blog

Beweging: je hond binnen vermaken bij slecht weer

Beweging: je hond binnen vermaken bij slecht weer

09-11-2021
Bij Bellobox vinden we gezonde voeding voor de hond erg belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Maar ook op andere vlakken dan voeding kun je iets betekenen voor de fysieke en mentale gezondheid van je hond. Beweging en vermaak zijn dan ook belangrijk voor een vrolijke en fitte hond. Maar hoe zorg je ervoor dat je hond voldoende uitdaging krijgt op een dag dat het weer tegen zit? Of wanneer je zelf niet de deur uit kunt? Vandaag delen we een lijst met ideeën om je hond ook tijdens gure weersomstandigheden of in zelfquarantaine tevreden kunt houden. De neus, het meest belangrijke zintuig van je hond De hondenneus is ontzettend bijzonder. Wij kunnen het ons haast niet voorstellen, informatie opdoen door ergens aan te snuffelen. Maar de hond is er een expert in. Het bieden van veel snuffelmogelijkheden zal je hond dus zeker waarderen. En als het regent, kun jij de neus van je hond binnenshuis prima aan het werk zetten! Een interactieve manier om de neus van je hond te activeren is verstoppertje spelen. Zeg tegen je hond dat hij moet blijven, verlaat de ruimte en verstop jezelf achter bijvoorbeeld een deur of een gordijn. Zorg ervoor dat je makkelijk begint en de moeilijkheidsgraad steeds verder opbouwt. Beloon je hond na het vinden met een stoeisessie, of eventueel met een beloningskoekje. Ook het favoriete speelgoed van je hond kun je verstoppen. Start ook daarmee simpel (leg het voorwerp bijvoorbeeld in zicht van je hond achter je neer) en bouw dit spelletje langzaam op. Beloon je hond door met het gevonden speelgoed even te spelen. Je kunt zelfs een stap verder gaan, door je hond een geurvoorwerp te leren vinden en markeren. Hiervoor raad ik aan een cursus te nemen van een expert, om meer te leren over professioneel speurwerk. Wie weet vinden jullie een nieuwe sport en kan je hond een certificaat behalen. Zo wordt voeren een feest Ook de maaltijden van je hond kunnen leuker gemaakt worden. Altijd eten uit een bak is vast lekker, maar niet erg uitdagend. Voer je brokken? Gebruik dan onze snuffelmat. Deze is te vullen met een maaltijd brokjes, of met snacks uit onze beloningsbox! Heb je nog geen snuffelmat besteld, dan kun je tot die tijd ook wat voer in het gras strooien, maar dat raden we af als het buiten koud en nat is. Er bestaan verscheidene puzzels voor honden, waarin brokjes te verstoppen zijn. Voer je brokjes en heb je geen puzzel in huis? Dan kun je ook een oude handdoek oprollen en telkens kleine handjes brokken toevoegen, of een doos vullen met wc-rollen en daar de brokjes in laten vallen. Zo wordt de maaltijd een stuk meer uitdagend. Voer je natvoer of vers vlees? Overweeg dan een likmat waaorp je nat- of versvoer kunt invriezen, of ballen die je kunt vullen. Om deze manier van voeren nog leuker te maken en meer structuur toe te voegen, kun je een variatie snacks uit ons assortiment tussen het vlees verstoppen. Samen leren Wanneer buiten oefenen om netjes te wandelen en honden te negeren niet mogelijk is door de weersomstandigheden, kun je thuis ook werken aan gehoorzaamheid. Zijn er commando's die je je hond altijd al had willen aanleren, maar waar je nooit aan begonnen bent? Misschien is dit de juiste tijd voor zo'n uitdaging. Blaft je hond wanneer mensen het huis passeren of aanbellen? Schakel wat vrienden in om probleemsituaties in scene te zetten en samen te trainen! Er is altijd wel iets waaraan je kunt werken, al zijnde het trucjes voor de lol of commando's voor gehoorzaamheid. Geen idee wat je je hond aan kunt leren?  Misschien vind je freeshapen dan wel leuk. Ga samen met je hond op de grond zitten en houd wat beloningssnacks in je hand. Blijf naar je hond kijken en wacht tot hij/zij iets doet. Het maakt niet uit wat, iedere beweging kun je belonen. Het zal je verrassen hoe veel trucs je hond uit de kast zal trekken! Mocht je hond al een aantal trucjes kennen, dan zou je onderzoek kunnen doen naar balansoefeningen en back-end awareness. We zullen hier in de toekomst ook zelf over schrijven! Actief bezig zijn Ook binnen kun je je hond op meer intensieve wijze vermaken. Denk bijvoorbeeld aan een ouderwets potje touwtrekken, of ga eens echt met je hond ravotten. Wellicht houd je er een blauwe plek aan over, maar als je het ons vraagt is dat het zeker waard! ;) Hoe vermaak jij je hond wanneer je liever niet naar buiten gaat? We zijn erg benieuwd naar jullie tips!
Hondenvoeding: 5 veelgestelde vragen over hondenvoeding

Hondenvoeding: 5 veelgestelde vragen over hondenvoeding

22-09-2021
Bij Bellobox vinden we gezonde voeding voor de hond erg belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Wij vroegen onze voedingsexpert, of zij haar kennis over hondenvoeding wil delen. Vanaf nu vind je iedere maand een educatieve blogpost terug waarin ze alle ins en outs over gezonde voeding bij de hond deelt. Deze week schrijven we onze blogpost naar aanleiding van een samenwerking met Petplan. Marijke werd eerder dit jaar geïnterviewd door het team van Petplan, om haar kennis over voeding te delen met hun klanten. Ze beantwoordde de 5 veelgestelde vragen over honden én over katten. Vandaag werken we de hondenvragen even wat verder uit, want ook jullie kunnen er wellicht het een en ander van leren!   1. Hoeveel moet ik mijn hond voeren? Overgewicht is een groot probleem bij honden in Nederland. Bij honden, net als bij mensen, is overgewicht de oorzaak van gewrichtsproblemen, maar ook veel andere gezondheidsprobleem liggen eraan te grondslag. Zelfs een verkortte levensduur is vaak het resultaat van overgewicht bij honden. We schrijven er in de toekomst een meer uitgebreide blogpost over, want daar valt veel over te zeggen! De correcte hoeveelheid voeding speelt een grote rol bij het behouden (of het bereiken) van een gezond gewicht, zowel bij mens als huisdier. Iedere hond heeft een bepaalde energiebehoefte. Deze energiebehoefte verschilt niet enkel tussen rassen, maar ook binnen een ras zien we grote verschillen tussen individuen. Dit wordt onder meer beïnvloed door het formaat van het lichaam (een kleiner dier heeft een grotere lichaamsoppervlakte en verbrandt daardoor meer energie), door de hoeveelheid beweging die het dier krijgt, maar ook genetische verschillen spelen hierin een rol. Voer je brokken? Dan raden wij je in eerste instantie aan om te kijken naar het label op de verpakking brokken. Volg de gemiddelde advieshoeveelheid voor de (gewenste) gewichtsklasse van je hond en pas de hoeveelheid voeding aan indien de hond te licht of te zwaar wordt. Koop je een nieuwe soort brokken? Vergelijk dan het caloriegehalte met die van de oude brok. Heeft de nieuwe brok meer calorieën, dan moet je iets minder gaan voeren. Voer je verse voeding? Dan heeft een hond gemiddeld 2-3% van zijn ideale lichaamsgewicht in voeding per dag nodig, extremen daargelaten. Is je hond op gezond gewicht, dan voer je dus in het geval van een lichaamsgewicht van 20 kilo, zo’n 20.000 * 0.02 = 400 tot 20.000 * 0.03 = 600 gram per dag (verdeeld over 1-3 maaltijden). Het vetgehalte van de brok of de verse voeding heeft de meeste invloed op het aantal calorieën in de voeding. Vet bevat per gram 9 calorieën, terwijl eiwitten en koolhydraten slechts 4 calorieën bevatten. Wissel je dus tussen diersoorten/smaken, let dan op het calorie gehalte en de voedingsadviezen. Ben je erg actief bezig met je hond? Dan voer je al snel veel meer dan aangegeven staat op de verpakking. Afwijkingen als deze gelden ook voor honden die weinig bewegen. Verbaas je dus ook niet als je hond veel minder nodig heeft. Ieder dier is anders! Vul ook nooit de voerbak aan simpelweg omdat de hond bedelt of omdat de bak leeg is. De meeste honden eten meer dan nodig en blijven gedurende de dag wat snacken (net als wij doen wanneer er koekjes op tafel staan). 2. Wat kan ik op voedingsgebied doen om het gebit van mijn hond gezond en schoon te houden? Wanneer voedselresten blijven plakken in de tanden, zijn er meer bacteriën aanwezig die tandplak vormen. Brokken worden vochtig bij kauwen en laten makkelijk restjes achter in de bek. Het is verstandig om wekelijks een moment in te schakelen om de tanden van je hond te reinigen. Dit kan door een doekje om je vinger te vouwen en hiermee over de tanden te wrijven, maar er zijn ook verschillende soorten tandenborstels voor honden beschikbaar. Ook tandpasta is goed te verkrijgen, ook kokosolie is een simpele optie. Het voeren van een gebalanceerde vers vlees voeding kan absoluut gunstig zijn voor de tanden. Er blijven meestal minder resten kleven tussen de tanden. Ook zou ik adviseren taai gedroogd vlees aan te bieden, waar de hond lang op kan kauwen. Je vindt deze terug in bijna al onze boxen, maar we hebben er speciaal onze doorbijtersboxen voor ontwikkeld. Deze bestaat ook in een hypoallergene variant, die honden met een intolerantie voor kip en rund ook goed kunnen verdragen. Ik prefereer gedroogd taai vlees boven commerciële kauwstaven, omdat de ingrediënten uit dergelijke snacks niet gezond zijn voor een hond. Ook zal de gemiddelde hond ze binnen een minuut op hebben gegeten. Stukken taai kophuid van bijvoorbeeld rund of kameel gaan vaak erg lang mee. Hoe langer een hond op een snack kauwt, hoe meer de tanden gepoetst worden en hoe meer het tandvlees gemasseerd wordt. 3. Hoelang zijn brokken houdbaar? Veel brokken worden verrijkt met omega-3 vetzuren uit vis- of lijnzaadolie. Deze vetzuren vergaan erg snel wanneer ze in contact komen met zuurstof en zonlicht. Dit betekent dus dat brokken na openen niet zo lang houdbaar zijn als de zak aangeeft. Wordt het tijd een nieuwe zak voer in huis te halen? Koop dan niet meer dan nodig is voor 14 dagen tijd, of kies voor meerdere kleinere zakken. Koop je toch liever een voordeelverpakking, bewaar dan (een deel van) de brokken in de vriezer. Het deel brokken dat je geopend op kamertemperatuur houdt gedurende de 14 dagen, kun je het beste in een luchtdichte bak bewaren. Maak deze bak grondig schoon zodra ze leeg is en vul weer aan met de gewenste hoeveelheid voor maximaal 14 dagen. 4. Welke botten voer ik mijn hond veilig en welke niet? Botten die met hitte behandeld zijn, zijn niet veilig te voeren aan je hond. Het gaat hier bijvoorbeeld om gerookte, gekookte of gestoomde botten. Deze kunnen tandbreuken veroorzaken, omdat de dichtheid van het materiaal hoger is dan dat van tanden. Vergelijk het met een steen die op hout duwt, waarbij een verhit bot een steen is en de hondentand een stuk hout. Daarnaast veroorzaken stukken verhit bot ook verstoppingen in het maag-darmstelsel omdat de hondenmaag (die ontzettend sterk is) het materiaal niet verteren kan. Ook splijten verhitte botten vaak in dikke, harde en scherpe stukken, die zelfs perforaties kunnen veroorzaken. Voer je rauwe botten, houd je dan aan zacht gevogelte, zoals vleugels, nekken en voetjes van kip en eend. Voer geen dikke botten die veel gewicht hebben gedragen. Ook ribben en staarten van sommige diersoorten zijn goed te verteren. In contrast tot wat men vaak beweert, zijn kippenbotten niet per definitie slecht voor je hond. Ze zijn juist het meest veilig wanneer ze rauw gevoerd worden. Maar wanneer verhit, veroorzaken ze al snel verstoppingen in het verteringsstelsel. 5. Bij welke voeding heeft mijn hond weinig ontlasting? Bij gebalanceerde verse voeding heeft een hond vaak minder ontlasting, die ook steviger en minder geurend is. Dit wordt veroorzaakt door de lichte verteerbaarheid van de ingrediënten, die passend zijn bij het korte verteringsstelsel. Honden verteren vlees erg goed en een overschot aan plantaardig materiaal wordt vaak maar deels of slecht verwerkt. Dit ziet men dan ook terug in de ontlasting. Deze wordt vaak vochtiger en erg geurend. We schreven eerder een blogpost over het toevoegen van verse voeding aan een bak met brokjes. Wellicht kun je dat eens proberen om de voordelen van verse voeding op de ontlasting van je hond te zien!
recept voor een gezonde verjaardagstaart voor je hond

recept voor een gezonde verjaardagstaart voor je hond

08-09-2021
Bij Bellobox vinden we gezonde voeding voor de hond erg belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Wij vroegen onze voedingsexpert, of zij haar kennis over hondenvoeding wil delen. Vanaf nu vind je iedere maand een educatieve blogpost terug waarin ze alle ins en outs over gezonde voeding bij de hond deelt. Deze week deelt Marijke een recept voor een gezonde verjaardagstaart voor je hond! Volg deze video om te zien hoe ze de taart bereid heeft, en vind alle uitleg, benodigdheden en ingrediënten in de blogpost hieronder. Gefeliciteerd, je hond is jarig! Wanneer onze honden jarig zijn wandelen we misschien een extra ronde in het bos, gooien we de bal 100 keer vaker en knuffelen we de hele avond op de bank. Cadeautjes zijn er meestal ook en het uitpakken, dat doet de hond zelf. Maar wat krijgt je hond te eten op zijn verjaardag? Er zijn veel manieren om een verjaardagstaart voor je hond te maken. De meeste recepten die online te vinden zijn bevatten ingrediënten die wij bij Bellobox liever niet (in grote hoeveelheden) aan honden voeren. Maar nodig is dat ook helemaal niet. Waarom een taart bakken in de oven als je een prachtige taart kunt maken van gezonde voeding? Gezond is lekker Honden proeven zoete smaken veel minder goed dan wij. De smaakpapillen op de tong zijn juist meer geschikt om eiwitten en vetten te proeven. Wij maken onze taart vandaag dan ook op basis van vlees, met gebruik van verscheidene smaken kant en klare versvoeding! Niet alleen heeft ieder laagje een andere smaak, ook is deze variatie in diersoorten erg gezond. En gezond is in dit geval ook echt ontzettend lekker. Rauwe taart Deze taart wordt niet gebakken, maar bevroren. Het invriezen zorgt ervoor dat alle ingrediënten losse laagjes vormen, waardoor de taart er prachtig uit zal zien! De hond zal de taart ontdooid eten, zodat hij geen groot stuk in één keer naar binnen schrokken kan.   Benodigdheden Voor het maken van deze taart heb je de volgende items nodig: taartvorm of ring van 10 cm (7.5 cm hoogte) taartvorm of ring van 15 cm (7.5 cm hoogte) cirkelvormige uitsteker lepel vork bakpapier Ingrediënten: 1000 gram KVV (wij gebruiken 4 x 250 gram Barfmenu in de smaken lam, konijn, kip en eend) 200 ml kefir of geitenmelk 100 ml kokosolie (gesmolten) 250 gram besjes uit de vriezer (framboos, blauwe bes of aardbei) Bellobox beloningssnoepjes (kalkoens- en lamsvlees, bijvoorbeeld) en zachte strips (runderuier)   Bereidingswijze: Knip bakpapier op maat om de taartvormen op de bodem (een cirkel van 10 cm doorsnee en een cirkel van 15 cm doorsnee) en aan de zijkanten (twee strips van 7.5 cm breed) te bedekken. Plak deze vast met een dunne laag olijf- of kokosolie.  Verdeel 250 gram vlees over de taartvormen, 75 gram in de kleine vorm en 175 gram in de grote vorm, om beide lagen gelijkmatig in hoogte te krijgen. Bedek het vlees met een dunne laag kefir of geitenmelk, en plaats de vormen 60-90 minuten in de vriezer, tot het geheel bevroren is. Verdeel nogmaals 175 en 75 gram vlees over de taartvormen en bedek de laag ditmaal met een laagje kokosolie. Laat dit laagje in de koelkast uitharden en pureer intussen met een vork de helft van de (ontdooide) besjes.  Verdeel de bessenpuree over de uitgeharde kokosolie en laat het midden vrij. Verdeel in het midden een klein handje beloningssnoepjes. Bedek het geheel met nog een laag kokosolie en plaats de vormen weer gedurende 60 minuten in de vriezer. Voeg weer een laag vlees toe, bedek het geheel nogmaals met kefir of geitenmelk en plaats de vormen in de vriezer voor 60-90 minuten. Gebruik een cirkelvormige uitsteker om het midden open te houden en voeg de laatste laag vlees toe. Druk deze stevig aan en haal de uitsteker weg. Laat de gehele taart uitharden in de vriezer, voor 2-3 uur of overnacht. Laat wat koud kraanwater over de zijkanten van de taartvormen lopen en droog de taartvorm af. Houd de taartvorm omgekeerd boven een bord, de taart glijdt vanzelf uit de vorm. Verwijder het bakpapier van de taartjes. Vul het midden van ieder taartje met een klein handje beloningssnoepjes. Voeg een laagje kokosolie toe om de koekjes van de grootste taart, maar houd de buitenste rand vrij. Plaats een spatel of stuk karton op het kleinste taartje, keer het taartje om en plaats het op het midden van de grote taart. Voeg extra kokosolie toe om het geheel goed vast te kleven en gebruik eventueel meer beloningssnoepjes om het bovenste taartje recht te zetten. Leef je uit met kokosolie, besjes en beloningssnoepjes om de taart te decoreren. Ik gebruikte uierstrips om het getal 1 op de taart te schrijven. 
Hondensport: IGP

Hondensport: IGP

25-08-2021
Hi! Mijn naam is Lisanne, ik ben 26 jaar oud en in het dagelijks leven werkzaam als dierenarts. Naast mijn werk ben ik vrijwel altijd buiten te vinden, te paard of met de hond. Mijn hond Boots is een zwarte Oud-Duitse herder van bijna 1,5 jaar oud. Je hebt hem misschien al eens voorbij zien komen bij Bellobox, hij is een groot fan van de snacks. Zijn persoonlijke favoriet is het runderoor met pit J Voordat wij een herder kochten heb ik altijd Labradors getraind voor de jacht, maar nu was het tijd voor een nieuwe sport waarin zowel Boots als ik ons ei kwijt konden. En dat werd IGP! IGP staat voor Internationale Gebruikshonden Prüfungsordnung en is een tak van de werkhondensport die oorspronkelijk ontstaan is in Duitsland. Vroeger stond het ook wel bekend als IPO-training. In principe kunnen alle werkhondenrassen van de FCI deelnemen aan IGP-wedstrijden!  Wat is IGP? Voordat je mag deelnemen aan IGP-wedstrijden of -examens, moet je hond een Verkeerszekere Hond (VZH) examen halen. Hiermee laat je zien dat jouw hond zich sociaal en gehoorzaam kan gedragen in alledaagse situaties. Dit examen bestaat uit een appèl-gedeelte met gehoorzaamheidsoefeningen op het veld en een praktijkgedeelte op de openbare weg. De gehoorzaamheidsoefeningen zijn volgens een vast programma en lijken op de oefeningen van het IGP-programma. Bij het praktijkgedeelte wordt gekeken hoe de hond reageert op bijvoorbeeld hardlopers, fietsers en groepen mensen. Het daadwerkelijke IGP-programma kan je pas daarna afleggen en dat bestaat uit 3 onderdelen: speuren, appèl en pakwerk/verdedigingswerk. Ieder IGP-examen bevat deze onderdelen, in de moeilijkheidsgraden IGP-1, IGP-2 en IGP-3. Bij het speuren wordt er een spoor uitgelopen door een spoorlegger, al dan niet met voorwerpen waar de hond naar moet verwijzen door er bij te gaan liggen, zitten, stilstaan of het voorwerp te apporteren. Voor het appèl gedeelte is er een vast programma dat, net als het speuren, steeds iets moeilijker wordt naarmate je in een hogere klasse komt. Tijdens het appèl gedeelte wordt getest of je hond gehoorzaamt op jouw commando’s zoals zit, af, volg, maar ook apporteren en springen zijn een onderdeel van het appèl. Daarnaast wordt ook getest of de hond schotvast is. Als laatste onderdeel volgt dan nog het pakwerk/verdedigingswerk. Bij het pakwerk moet de hond een ‘boef’ (de pakwerker) opsporen, aanblaffen en begeleiden bij de verplaatsing. Wanneer de pakwerker probeert te vluchten, moet de hond ingrijpen. Tijdens het pakwerk wordt ook de belastbaarheid van je hond getest, hoe reageert de hond op bijvoorbeeld geschreeuw of dreiging? Onze ervaring Als ik heel eerlijk ben, wilde ik in het begin niet beginnen aan IGP met mijn (jonge) hond. Ik kwam zelf uit de jachthondenwereld en ik had geen ervaring met IGP of KNPV, maar ik was bang dat mijn hond misschien meer ging bijten of juist wel in sociale situaties ging bijten terwijl dat niet van hem gevraagd werd. Op de club werden we uitgenodigd om een keer te komen kijken tijdens de verschillende trainingsonderdelen en konden we kletsen met de trainers. Iedereen gaf daar eigenlijk hetzelfde antwoord: mijn hond ligt ondersteboven op de bank als we niet aan het trainen zijn, mijn kinderen kunnen er alles mee, het is een spelletje voor ze, etc. Uiteindelijk na lang wikken en wegen zijn we gestart met IGP toen Boots 6 maanden was. En wát een beslissing was dat! In de eerste instantie begonnen we alleen met speuren en appèl en na een paar weken ook met pakwerk. Dat was wel een uitdaging, want voor een herder blaft Boots heel erg weinig (wel fijn in huis) en dat is wel een van de verplichte onderdelen van pakwerk. Bijten daarentegen, vond hij fantastisch! Ik had zelfs het idee dat het knagen op dingen in huis minder werd, alsof er nu een soort ‘kader’ was waarin er gebeten mocht worden. De pakwerker is zowel op het veld als buiten het veld zijn beste vriend, op het veld spelen ze een spelletje samen, buiten het veld springt hij hem in zijn armen omdat ze altijd leuke dingen doen samen. Ik ben er inmiddels wel achter dat het écht een spelletje is voor ze, ze gaan voor de mouw en niet voor de persoon die in het pak zit. Daarbij is wel het verschil met de KNPV dat ze bij IGP ook alleen maar op de mouw (onderarm) mogen bijten, niet op been, schouder of bovenarm. De honden vinden het IGP programma in ieder geval fantastisch, als ik op zaterdag (trainingsdag) niet op tijd mijn bed uit kom, dan komt Boots me halen! Zodra ze het veld op komen is het alsof er een knop om gaat en dan is er alleen nog maar aandacht voor jou als geleider. Voor iedereen die (misschien) interesse heeft in IGP kan ik alleen maar zeggen, kom eens kijken bij een training en laat je overtuigen!
hulp bij: Waterintoxicatie

Eerste hulp bij: Waterintoxicatie

24-08-2021
Thuis, tijdens een wandeling of op vakantie, een ongeluk zit in een klein hoekje. Denk hierbij aan een zonnesteek, wonden of vergiftiging. In deze EHBO serie proberen we meer te vertellen over de achtergrond en pluizen we uit wat de beste (spoed)behandeling is die je zelf kan uitvoeren in deze gevallen. In deze blog gaan we dieper in op verantwoord afkoelen en watervergiftiging. Je hoopt natuurlijk dat het jouw trouwe viervoeter nooit overkomt, maar wat doe je als je hond toch zwemt in water met blauwalg? Achtergrondinformatie Water is natuurlijk hartstikke belangrijk, maar in de zomer kan het ook tot vervelende situaties leiden. Te weinig water (in combinatie met te veel zon) is niet goed en kan leiden tot een zonnesteek, voor meer informatie over de zonnesteek kun je onze vorige blog lezen. Maar ook te veel of vervuild water kan voor problemen zorgen! De problemen bij te veel water drinken ontstaan door een verstoorde balans van natrium en kalium in de lichaamscellen. Dit zijn twee elektrolyten die in iedere cel voorkomen en zorgen voor de vochtbalans en het normaliseren van de bloeddruk. Normaal zijn deze twee elektrolyten in balans en kunnen ze er samen goed voor zorgen dat alle cellen in het lichaam naar behoren blijven functioneren. Wanneer er te veel water in het lichaam komt, kan het lichaam dit niet snel genoeg afvoeren en is er meer water in het lichaam aanwezig dan natrium en kalium. Het wateroverschot in het lichaam ten opzichte van de hoeveelheid kalium en natrium, zorgt ervoor dat de lichaamscellen gaan opzwellen, wat kan leiden tot problemen met de ademhaling, het bewustzijn of de coördinatie. Vooral bij de hersenen is het risico op problemen groot wanneer de hersencellen gaan opzwellen, aangezien de hersenen binnen de schedel maar een beperkte hoeveelheid ruimte hebben om het grotere volume van de cellen kwijt te kunnen.  Naast een watervergiftiging kan ook blauwalg in de zomer voor problemen zorgen voor jouw hond. Blauwalgen zijn geen algen of wieren, maar (cyano)bacteriën. Deze bacteriën kunnen in zowel zoet als zout water overleven, mits er voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn. Wanneer de temperatuur van het water stijgt en er zijn voldoende voedingsstoffen aanwezig in het water, kunnen de bacteriën flink gaan groeien en een laag op het water vormen, meestal met een groene of roodbruine kleur. De blauwe kleur waar de bacteriën hun naam aan danken ontstaat pas als de bacteriën afsterven. Dit vormt dan een blauwe waas over het water, waaraan blauwalg makkelijk te herkennen is. Als de onderkant van deze laag afsterft komen er gifstoffen (toxines) vrij in het water, die kunnen ervoor zorgen dat honden, katten, paarden, koeien, mensen of andere zoogdieren ziek worden wanneer ze dit water met toxines binnenkrijgen. Let wel, honden zijn veel gevoeliger voor blauwalgtoxines dan mensen! Het kan dus zijn dat jij weinig merkt van water met blauwalg, maar je hond wel symptomen kan krijgen. Over het algemeen staat bij bekende (zwem)wateren goed aangegeven of er risico is op blauwalg, maar ben zelf ook extra alert op blauwalg in de zomermaanden, zeker bij zwemmen in natuurwater.  Op de website https://www.zwemwater.nl kun je precies zien welke gebieden veilig zijn. Verschijnselen en behandeling Bij watervergiftiging zien we verschijnselen als lusteloosheid, misselijkheid (smakken, likken aan de lippen), kokhalzen en braken, gebrek aan coördinatie, glazige ogen, overmatige speekselproductie en bleke slijmvliezen van de mond en ogen. In de ernstigere gevallen zien we ook ademhalingsproblemen, epileptische aanvallen en verlies van bewustzijn. Heb je een verdenking op een watervergiftiging of zie je deze symptomen bij je hond na een uitgebreide zwempartij? Neem dan direct contact op met je eigen (spoed)dierenarts en vermeld daarbij dat je denkt aan een watervergiftiging. Meestal zal de dierenarts gebruik maken van een bloedonderzoek om te kijken hoe de concentraties natrium en kalium in het bloed zijn. Bij te lage concentraties kunnen we natrium en kalium bijgeven via een infuus om te balans te herstellen. Bij snelle herkenning van de symptomen en adequate behandeling hoeft een watervergiftiging geen blijvende schade te veroorzaken. Een intoxicatie met blauwalgtoxines heeft vergelijkbare symptomen, zoals sloomheid, ademhalingsproblemen, overmatige speekselproductie, braken, trillen, slechte coördinatie en epileptische aanvallen. Andere symptomen die voorkomen bij blauwalgintoxicatie kunnen zijn diarree en gele (of blauwe) slijmvliezen. Deze symptomen kunnen al binnen een aantal minuten na het opnemen van de blauwalgtoxines optreden! Er is helaas geen tegengif voor vergiftiging door blauwalg, de behandeling zal dus gericht zijn op het voorkomen van verdere opname van de toxines in het maagdarmkanaal en het stabiliseren van de vitale lichaamsfuncties. Het voorkomen van verdere opname in het maagdarmkanaal kan bijvoorbeeld door de hond te laten braken, de maag te spoelen, of met  toediening van koolstofpoeder. Koolstofpoeder (Norit) kan de toxines binden in de darmen, zodat het lichaam ze niet kan opnemen. Het is afhankelijk van de het gewicht/de grootte van de hond hoe gevaarlijk de bacterie is, hoe kleiner de hond/hoe minder de hond weegt, hoe groter de schade aan de lever en het zenuwstelsel. Wat kun je zelf doen? Sowieso doe je er goed aan om je hond na het zwemmen af te spoelen met schoon water na het zwemmen, zodat je hond in ieder geval niets kan opnemen door het op te likken van de vacht. Bij een watervergiftiging of blauwalgintoxicatie is er verder weinig dat je zelf voor je hond kan doen als eerste hulp. Bij beide is het van levensbelang om direct actie te ondernemen en contact te zoeken met je (spoed)dierenarts. Doordat de symptomen veel op elkaar lijken is het van groot belang om je dierenarts te vertellen dat je hond gezwommen heeft en eventueel in welk water.
Eerste hulp bij: Hitte

Eerste hulp bij: Hitte

30-06-2021
Thuis, tijdens een wandeling of op vakantie, een ongeluk zit in een klein hoekje. Denk hierbij aan een zonnesteek, wonden of vergiftiging. In deze EHBO serie proberen we meer te vertellen over de achtergrond en pluizen we uit wat de beste (spoed)behandeling is die je zelf kan uitvoeren in deze gevallen. In deze blog gaan we dieper in op verantwoord afkoelen tijdens hete dagen en de zonnesteek, een combinatie van uitdroging en oververhitting. Je hoopt natuurlijk dat het jouw trouwe viervoeter nooit overkomt, maar wat doe je als je hond toch een zonnesteek oploopt? Achtergrondinformatie De normale lichaamstemperatuur van een hond ligt tussen de 38,0 en 39,0 graden Celsius. Het kan soms voorkomen dat je hond een lichaamstemperatuur heeft van boven de 39,0 graden, bijvoorbeeld wanneer hij koorts heeft. In dat geval reageert het immuunsysteem op een binnengedrongen ziektekiem, zoals een virus of een bacterie. Een andere manier om een verhoogde lichaamstemperatuur te krijgen is oververhitting. De hond kan dan zijn warmte niet goed kwijt, waardoor de lichaamstemperatuur gaat stijgen. Zoals de meeste eigenaren wel weten, kan een hond niet zweten zoals wij mensen dat kunnen, maar verliezen ze warmte via hun pootjes en via de ademhaling. Maar soms is het moeilijker voor de hond om zijn warmte kwijt te raken, bijvoorbeeld wanneer ze in de volle zon liggen, een dikke vacht hebben of al ademhalingsproblemen hebben. Wanneer je hond zijn warmte niet goed kwijt kan én daarbij niet voldoende drinkt, kan dat leiden tot een zonnesteek zoals we die ook bij mensen kennen.  We hebben het natuurlijk allemaal wel eens (erg) warm, maar waarom is een zonnesteek nou zo gevaarlijk? Juist omdat bij een hogere temperatuur de vitale organen die zo hard nodig zijn, zoals het hart, de nieren en de hersenen, minder goed functioneren. De organen in het lichaam zijn opgebouwd uit eiwitten, bij een te hoge lichaamstemperatuur kunnen de eiwitten denatureren. Dat betekent dat de eiwitten een andere vorm aannemen en hun oorspronkelijke functie niet meer kunnen uitvoeren. Het denatureren is niet omkeerbaar, dit kun je vergelijken met een gekookt ei: een vers ei heeft vloeibaar eiwit, een gekookt ei is solide. Maar hoe goed je een gekookt ei ook afkoelt, het vloeibare eiwit komt niet meer terug. Symptomen van oververhitting Honden die het warm hebben gaan hijgen om hun warmte kwijt te raken. Maar wanneer je hond extreem aan het hijgen is, warm aanvoelt, kwijlt en sloom is? Dan moet je gaan denken aan oververhitting. Een hond met oververhitting voelt over het hele lijf warm aan, ook de pootjes en voetzooltjes en heeft vaak rode slijmvliezen in de bek en bij de ogen. Uiteindelijk zal de hond problemen krijgen met lopen en minder goed aanspreekbaar zijn. Merk je een van deze symptomen op bij je hond? Neem dan zo snel mogelijk contact op met je dierenarts en probeer in de tussentijd je hond af te koelen. Let met warm weer ook extra op oude honden, kortsnuitige honden en honden waarvan bekend is dat zij leiden aan een hart- of longaandoening! Hond afkoelen Wat kun je doen om je hond af te koelen? Bedenk hierbij dat direct in de (hete) auto stappen om naar de dierenarts te rijden niet altijd de beste oplossing is. Breng in ieder geval de hond direct naar een koele plek en bied de hond schoon drinkwater aan op kamertemperatuur. Geef de hond geen ijswater te drinken en gebruik het niet om het lichaam af te koelen. Het lichaam kun je het beste koelen met stromend water op kamertemperatuur, te beginnen bij de pootjes van de hond. Om het lichaam echt af te laten koelen moet de vacht van de hond goed doorweekt zijn, zeker bij een hond met een dikke vacht. Meer zomertips We kunnen het niet vaak genoeg zeggen, laat je hond NIET in de auto achter! Ook niet voor een minuutje om even snel een boodschap te doen, de temperaturen in de auto bereiken in no-time een levensgevaarlijk punt. Probeer wandelen op het heetst van de dag te vermijden en vermijd wandelen op asfalt. Bij een buitentemperatuur van 25 graden loopt de temperatuur van het asfalt op tot 50,5 graden! Twijfel je of het asfalt voldoende is afgekoeld? Leg dan de rug van je hand op het asfalt. Lukt het je niet om je hand 5 seconden zo te laten liggen? Dan is het asfalt te warm voor de pootjes van je hond! Niet enkel kunnen de pootjes op het asfalt verbranden, maar ook kan de hond hierdoor niet afkoelen. Bescherm de huid van je hond tegen de zon! Bijvoorbeeld dieren met een dunne vacht of weinig pigment bij de neus zijn gevoeliger voor verbranding door de zon. Deze plekjes kun je insmeren met een speciale zonnebrandcreme voor honden. Gebruik nooit zonnebrandcreme voor mensen, deze is gevaarlijk voor honden. Neem je je hond mee op vakantie dit jaar? Of gaat hij naar een pension? Check dan vooraf of de vaccinaties van je hond nog up-to-date zijn. Om mee te mogen naar het buitenland heeft je hond minimaal een rabiës vaccinatie nodig, deze enting moet minimaal 3 weken voor vertrek gegeven worden. Het kan per land verschillen welke aanvullende entingen er nodig zijn. Veel pensions stellen een enting tegen kennelhoest verplicht, deze neusenting moet minimaal een week voor het verblijf in het pension gegeven worden.
Hondensport: packraften met je hond

Hondensport: packraften met je hond

23-06-2021
Wij vinden gezond leven voor de hond ontzettend belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Maar gezonde voeding is niet het enige, dat van belang is voor een hond. Beweging en mentale uitdaging zijn voor een hond ontzettend belangrijk. Daarom nodigen we iedere maand een aantal gastbloggers uit, die hun favoriete hondensport of -werk beschrijven. Zo hopen we onze lezers te inspireren om nog meer te ondernemen met hun hond(en). Zie je een bepaalde sport graag terug op onze blog, of heb je vragen over het onderwerp van deze week, laat dan even een reactie achter onderaan deze pagina. In deze blogpost over packraften met je hond, is Laurie Kranendonk aan het woord. Je kent haar al van de blogpost over backpacken, die zij vorige maand schreef. Laurie is de eigenaresse van Reizen met je hond. Hiermee inspireert Laurie andere mensen met honden om op avontuur te gaan. Ook organiseert ze backpackweekenden voor beginnende backpackers-met-hond. Zomer De zomer komt eraan! Fijn voor (de meeste) mensen, maar voor honden is dit seizoen al snel te warm. Zij worden niet blij van wandelen over verdorde grasvelden of behendigheidstraining in de felle zon. Gelukkig zijn er nog steeds genoeg avontuurlijke activiteiten die je kunt ondernemen met je hond, waaronder packraften! Ik (Laurie) ontdekte packraften via het Belgische bedrijf Fagus Outdoor [www.fagusoutdoor.be] en was direct enthousiast. Het leek me een geweldige activiteit om samen met honden te doen en bedacht meteen een plannetje om zoiets te organiseren via mijn bedrijf Reizen met je hond. Inmiddels zijn we een geslaagde proeftocht en vele enthousiaste reacties verder, maar voor wie op dit moment geen idee heeft waar ik het over heb: eerst even wat meer uitleg over packraften. Wat is packraften? Packraften komt oorspronkelijk uit Alaska en is in Nederland en België nog relatief onbekend. Een packraft is een kleine, opblaasbare raft die je in een rugzak mee kunt nemen en kunt opblazen waar je maar wilt, om vervolgens het water op te gaan en een stuk stroomafwaarts te peddelen. Doordat je wandelen en varen op deze manier makkelijk kunt combineren, zijn er ineens eindeloos veel mogelijkheden voor tochten. Denk aan een tochtje door de Biesbosch, of een stuk wandelen langs een rivier om daarna terug te dobberen naar je startpunt.   Praktisch Er bestaan één- en tweepersoons packrafts. Als je met je hond het water op wilt, dan heb je een tweepersoonsraft nodig. Je draagt de packraft op je rug, in een tas waarin je ook je zwemvest, peddels, een drybag en eten en drinken voor die dag kwijt kunt. En wat snacks voor je hond natuurlijk. Het totaalgewicht van de tas ligt dan rond de 8 kilo: goed te doen voor een paar uurtjes wandelen. Als je bent aangekomen op de plek waar je het water in wilt, vouw je de packraft uit op de grond, en blaas je hem op met behulp van een pompzak. Hierdoor is je packraft snel gevuld met lucht, en ben je niet helemaal buiten adem voor je het water op gaat. Je rugzak kun je op de voorkant van de packraft binden, zo heb je er geen last van tijdens het peddelen en blijft hij droog.   Op je eindpunt haal je de packraft uit het water, laat je alle lucht eruit lopen en vouw je alles weer op tot het in je rugzak past. Klaar voor het volgende stukje wandelen, of voor de rit terug naar huis. Packraften met honden Een packraft-tochtje is dus een combinatie van wandelen en varen. Het wandeldeel zullen de meeste honden probleemloos kunnen, maar het varen is voor sommige honden nieuw en spannend. Niet alle honden zullen het leuk vinden en niet alle honden zijn geschikt. Het is lastig op voorhand te zeggen welke honden je hier een plezier mee doet. Sommige honden houden niet van water, maar vinden het prima om over het water te dobberen terwijl ze lekker tegen de benen van hun baasje liggen. Andere honden houden misschien wél van water, maar zijn te onrustig om stil in de boot te zitten (wat het een gespannen tochtje maakt voor zowel de hond als de baas). Of packraften iets is voor jouw hond kun je eigenlijk alleen ontdekken door het een keer te proberen. Huur bijvoorbeeld eens een kano of een sup bij een watersportvereniging, om voordelig te oefenen en trainen met je hond. Hoe ziet een tocht eruit? Bij een standaardtocht wandel je eerst een flink stuk, zo’n 8 tot 10 kilometer, om daarna het water op te gaan en terug te peddelen met de stroom mee. Het wandelen is de inspanning, het varen de ontspanning. Het is heerlijk om langzaam de oevers voorbij te zien schuiven en de natuur eens van een andere kant te bekijken. Te genieten van de stilte op het water. Tot je hond een eend ziet en je alle zeilen moet bijzetten om je hond binnenboord te houden :-) Eenmaal terug bij je startpunt haal je de packraft uit het water, wring je je kleren uit en stap je voldaan en blij weer in de auto naar huis. Speciale aandachtspunten voor packraften met je hond Veel mensen vragen zich af of zo’n packraft wel bestand is tegen hondennagels. Het antwoord is ja. De bodem is van stevig materiaal dat echt niet zomaar lek gaat door een hondennagel. Het is niet noodzakelijk om je hond een zwemvest aan te doen, behalve als je niet zeker weet of hij kan zwemmen, je hond in paniek raakt wanneer deze de boot niet terug in kan klimmen (een zwemvest heeft een handvat waarmee je de hond kunt helpen) of als je op wild water gaat raften (wat ik met honden overigens niet aanraad). Laat je hond rustig wennen aan de packraft en dwing hem niet om de boot in te stappen. Neem voor het instappen ruim de tijd en wacht tot je hond rustig is voordat je de kant loslaat. Zorg dat je een alternatief plan hebt voor als je hond niet in de boot wil, durft, of kan. Bij onze tochten zorgen we ervoor dat er altijd iemand is die met je mee terug kan wandelen als het varen geen succes blijkt. Zou je het een keer willen proberen? Begin juni organiseerde ik samen met Fagus Outdoor een proeftocht Packraften met je hond, om te bekijken of het mogelijk was om deze activiteit met een groep verschillende honden uit te voeren. Het werd een groot succes met blije deelnemers en veel enthousiaste reacties na afloop. We hebben daarom besloten dit vaker te gaan organiseren. In oktober 2021 vindt het eerste echte packraften-met-je-hond-avontuur plaats, opnieuw een samenwerking tussen Reizen met je hond en Fagus Outdoor. Je kunt je hier binnenkort voor inschrijven via de website van Reizen met je hond [www.reizenmetjehond.nl]. Wil je verzekerd zijn van een plek, houd dan social media en de nieuwsbrief goed in de gaten. www.instagram.com/reizenmetjehond www.facebook.com/reizenmetjehond www.reizenmetjehond.nl/nieuwsbrief
Hondenprofessional: coachen met honden

Hondenprofessional: coachen met honden

14-06-2021
Wij vinden gezond leven voor de hond ontzettend belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Maar gezonde voeding is niet het enige, dat van belang is voor een hond. Beweging en mentale uitdaging zijn voor een hond ontzettend belangrijk. Daarom nodigen we iedere maand een aantal gastbloggers uit, die hun favoriete hondensport of -werk beschrijven. Zo hopen we onze lezers te inspireren om nog meer te ondernemen met hun hond(en). Zie je een bepaalde sport graag terug op onze blog, of heb je vragen over het onderwerp van deze week, laat dan even een reactie achter onderaan deze pagina. Deze week spraken we Daphne over coachen met honden: Mijn naam is Daphne Voorheijen, 26 jaar oud en ik ben kindercoach met de hond binnen mijn eigen coach praktijk; Sunny Coaching. Dieren hebben mij altijd geïnteresseerd, vooral de paarden en honden hebben altijd met stip op nummer 1 gestaan. Van kleins af aan wilde ik al graag met dieren werken. Toen ik 16 was en stage liep op een internationale springstal voor mijn opleiding tot dierenarts assistente werd mijn interesse gewekt in de combinatie tussen mens en dier. Zelf vond ik altijd al rust bij paarden en honden maar om te zien wat de kracht van viervoeters is op anderen en om dat met mijn eigen ogen te mogen bewonderen heeft iets in mij aangewakkerd. Op de springstal werkte een jongen met autisme. Hij was altijd vriendelijk, vrolijk en had een voorkeur voor het uitmesten van de stallen. Ik begreep nooit zo goed waarom, want het uitmesten van de stallen was destijds mijn minst favoriete klusje. Tot ik op een dag zag waarom hij het zo fijn vond. Deze jongen nam uitgebreid de tijd om de stallen uit te mesten, de paarden toe te spreken, te knuffelen en complimenteren. Zelfs de meest hete merrie liet zich uitgebreid vertroetelen. Dit was zo mooi om te zien, hier wilde ik iets mee! Sunny Na diverse opleidingen te hebben gevolgd en opgegroeid te zijn met honden, was het nu ik op mijzelf ging wonen dé tijd voor een eigen hondje. Ik heb veel tijd gestoken in het onderzoeken welke hondenrassen het meest passend zijn voor het werken met mensen. Diverse rassen komen dan natuurlijk voorbij: de knappe labrador, een fijne golden retriever, de gevoelige poedel. Tot ik de Australian labradoodle vond (een F4 labradoodle). Mijn meest fijne en onwijs knappe collega mag nu geïntroduceerd worden: Sunny! Sunny is mijn bijna 2 jaar oude Australian Labradoodle en zij is precies wat ik zocht in een psychosociale coach hond. Sunny is lief, zacht, gevoelig, eigenwijs, knap en vraagt van haar begeleider een bepaalde rust. Ben jij niet rustig, dan is Sunny dat ook niet. Sunny is vanaf pups af aan getraind en gesocialiseerd op haar toekomst als psychosociale hulphond. De gebruikelijke puppycursus en gehoorzaamheidscursussen hebben we uiteraard ook gevolgd. Daarnaast zijn we vanaf het moment Sunny 1 jaar was cursussen en opleidingen gaan volgen zodat zowel Sunny als ik op het juiste niveau waren om mensen te gaan coachen. Toen Sunny 1,5 jaar oud was hebben we de certificering gekregen. Sunny is dus sinds maart 2021 een officieel psychosociale hulphond. Doordat Sunny een zacht en soms wat voorzichtig karakter heeft, en ik vanuit mijn andere baan ervaring heb met kinderen met autisme, heb ik besloten om vooral met die doelgroep te werken. Deze kinderen zijn gevoelig, leergierig en kunnen zich gaande weg open stellen voor de veiligheid die Sunny met haar aanwezigheid brengt. Waarom coachen met honden? De meerwaarde van coaching met honden is dat het een open en ervaringsgerichte manier van coaching is. Honden nodigen je letterlijk uit om in beweging te komen. Coaching met honden is niet alleen praten, maar ook doen en ervaren. Hierdoor krijg je inzicht in jouw denkpatronen en handelen. Zoals eerder beschreven vraagt Sunny een bepaalde rust van de persoon die gecoacht wordt. Voelt Sunny een bepaalde onrust dan zal zij zich ook wat onrustig gedragen. Door dit terug te geven aan de persoon die coaching volgt ontstaat er een gesprek wat inzichten en bewustwording kan geven. Sunny is gecertificeerd, wat betekend dat zij is getest op betrouwbaarheid en veiligheid. Toch kan het ook zo zijn dat mensen liever met hun eigen hond coachen. Zo kunnen zij leren om een betere band te krijgen met hun hond, de signalen van hun hond beter waar te nemen, of kiezen ze hiervoor omdat hun eigen hond een bijzonder plekje in het hart heeft. Sunny Coaching is opgericht met de visie dat dieren een positieve invloed hebben op het welzijn van mensen. Door samen te werken met een hond tijdens jouw ontwikkelingsproces kom je nét dat stapje verder.  Want, stel je vindt het aangeven van grenzen lastig, of je zou graag wat vaker ‘nee’ willen zeggen? Hoe mooi is het dan dat je dit door middel van diverse oefeningen mag uitproberen. Niets is zo veilig en vertrouwd dan het coachen met honden. Respect voor jezelf en een ander begint bij het begrijpen van je gevoelens en emoties. Het is een onwijs pure vorm van coaching bieden.  Waar kan honden coaching voor worden ingezet: Door de groei van dit mooie werkveld zijn er al diverse ontwikkelingen gaande waarin honden kunnen worden ingezet. We beschrijven hier vier onderdelen waarvoor honden kunnen worden ingezet binnen het coachen: - Zo worden honden ingezet bij sociale vaardigheidstrainingen waarin jongeren leren hun sociale vaardigheden te verstevigen of uitbreiden door in contact te zijn met de hond. Wil je hier meer informatie over? Kijk dan eens op www.cohond.nl. Daarnaast is Cohond ook een initiatiefnemer rondom het sporten met honden. Super leuk, want tijdens een rondje hardlopen kun je onwijs veel oefeningen met je hond doen! - Als tweede onderdeel kunnen honden worden ingezet bij weerbaarheidstrajecten. Zoals eerder beschreven kunnen kinderen dan oefenen met het aangeven van hun grenzen. Deze weerbaarheidstrajecten zijn gebaseerd op de Rots & Water trainingen en een stukje Haptonomie. Deze cursus is onder andere te volgen bij Pets4care. - Het derde onderdeel dat we uitlichten is het inzetten van honden als voorlees hond. De methodiek R.E.A.D. is hierin de voorloper. R.E.A.D. staat voor Reading Education Assistance Dogs. Het is een leesvaardigheidsprogramma gericht op het verbeteren van de leesvaardigheid en communicatieve vaardigheden van kinderen. Het is een krachtige methodiek omdat kinderen een boek voorlezen aan de hond en zo op een opspannen manier en spelenderwijs oefenen met lezen. Mocht je hier meer over willen weten dan kun je eens een kijkje nemen op www.readnederland.nl - Het vierde en tevens laatste onderdeel dat we hier beschrijven is het inzetten van de hond bij ‘angst voor honden’ trajecten. Er zijn kinderen en jongeren die de omgang met honden onwijs spannend vinden. De trajecten helpen deze kinderen en jongeren bij het omgaan met hun spanning maar ook door het leren lezen van signalen die de honden laten zien. In de meeste trajecten is de groei van de persoon die coaching volgt goed te zien. Waar in de eerste sessie de hond niet mee kan naar de afspraak, is in de laatste sessie het soms mogelijk om samen met de hond een parcours af te leggen. Ook op deze manier kunnen honden een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Veiligheid voor de (coach) hond Het coachen met honden is natuurlijk super leuk en een grote meerwaarde. Het is onwijs fijn dat steeds meer mensen dat ervaren, inzien en zelf ook willen vertolken. Helaas komen er soms wel eens berichten in de media voorbij waarin het welzijn van de honden wordt aangetast. Honden die veel te jong zijn en al lange dagen moeten werken of coaches die kinderen de signalen van honden niet leren te herkennen. Het zal uiteraard niet met opzet zijn maar het is wel prettig als we hier met elkaar op blijven letten en elkaar durven aanspreken op het welzijn aantastend gedrag van mensen voor de honden. Samen weten we meer dan alleen. Zoals jullie nu weten is Sunny een jonge hond die bijna 2 oud is. Sunny werkt maximaal 2 uurtjes per week met kinderen die bij ons het weerbaarheidstraject volgen. Mocht Sunny ingezet worden als voorleeshond, dan lezen we maximaal 1 uurtje. Sunny zal in de toekomst als ze wat ouders is wel wat meer kunnen werken, maar dit doen we alleen als ze het ook echt leuk blijft vinden. Je vraagt je misschien af hoe ik kan zien dat Sunny haar werk leuk vind. Ik zal je de situatie beschrijven: Ik pak de tas met coach spullen en loop naar de schuur om daar de attributen voor het parcours te pakken. Als ik terug de schuur uit kom, zie ik een blije Sunny al huppelend mij tegemoet komen. Op het moment dat ik Sunny haar werktenue aan doe gaat ze netjes zitten. Als ze haar werktenue aan heeft is ze blij en gaat al kwispelend bij de voordeur staan. Sunny is er helemaal klaar voor! Er zijn diverse manieren om de veiligheid en het welzijn van je hond gedurende de coach sessies te waarborgen. Volg zelf cursussen bij de juiste instanties, leer hondengedrag te (h)erkennen, leer de mensen die je coacht hondengedrag te herkennen en te handelen naar alternatieven. Sta open voor het gesprek met professionals die dit werk langer doen en mee willen denken in het welzijn van je hond. Werk niet te lang achter elkaar of te veel uren per week. Laat je hond en jezelf certificeren zodat jullie als team gecertificeerd zijn op veiligheid en betrouwbaarheid. Sunny Coaching Coachen met honden is naar mijn mening het mooiste vak dat er bestaat! Het is een onwijs inhoudelijke, mooie en pure manier van coaching en vraagt de nodige kennis. Ben jij door deze blog geïnspireerd geraakt om te gaan coachen met honden? Super leuk! Voel je vrij om contact op te nemen en je vragen te stellen! Groetjes, Daphne & Sunny info@sunnycoaching.nl www.sunnycoaching.nl
Hondensport: mantrailen

Hondensport: mantrailen

02-06-2021
Wij vinden gezond leven voor de hond ontzettend belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Maar gezonde voeding is niet het enige, dat van belang is voor een hond. Beweging en mentale uitdaging zijn voor een hond ontzettend belangrijk. Daarom nodigen we iedere maand een aantal gastbloggers uit, die hun favoriete hondensport of -werk beschrijven. Zo hopen we onze lezers te inspireren om nog meer te ondernemen met hun hond(en). Zie je een bepaalde sport graag terug op onze blog, of heb je vragen over het onderwerp van deze week, laat dan even een reactie achter onderaan deze pagina. Deze week spraken we Anke over mantrailen: Mijn naam is Anke Coenen, ik ben 24 jaar oud en ik studeer deze maand af als paraveterinair. Ik ben dit jaar één van de Bellobox ambassadeurs, dus wellicht heb je mijn honden al eens op social media voorbij zien komen. Mijn grote passie ligt bij mijn honden, met name de Staffordshire Bull Terriërs. Met Vaös en Berp sport ik fanatiek. Ik vind het fantastisch mijn hond zo in zijn of haar element te zien, de hond laten doen waarvoor deze gefokt is. Een van de sporten die ik met ze beoefen is te vergelijken met een atletiek 10 kamp, waarin verscheidene onderdelen worden uitgevoerd. Ook met mijn Leonberger ben ik graag actief bezig. Met name lange wandelingen is iets waar we beide enorm van genieten. De sporten die ik met mijn staffords doe zijn met name dingen die ontzettend inspannend zijn. Als afwisseling daarop was ik op zoek naar iets waar ze meer rust moeten bewaren en hun hoofd bij moeten gebruiken. Na wat zoekwerk op internet ben ik destijds uitgekomen bij mantrailen: met je hond speuren naar (vermiste) mensen. Hetgeen dat mij hierin enorm aanspreekt is dat je gebruik maakt van de natuurlijke aanleg van de hond, namelijk zijn/haar neus. Speuren kun je dus eigenlijk met iedere hond doen. Uiteraard heeft de ene hond meer motivatie om te werken dan een ander, maar in principe is elke hond geschikt. Daarnaast werk je echt samen met je hond en dit heeft een enorm positief effect op de band tussen hond en eigenaar. Speuren geeft ook een boost aan het zelfvertrouwen van een hond. Dus juist met een onzekere hond is het zeker de moeite waard om eens te kijken of mantrailen iets voor jullie is. Aanleren van het speuren Het speuren word stap voor stap aangeleerd. Met Vaös heb ik een intake gehad waar gekeken werd of hij wilde zoeken. Die interesse had hij wel, dus hebben we direct vervolglessen ingepland. Per les kunnen maximaal 5 hond-eigenaar teams deelnemen. Gezien iedere hond netjes in een auto(bench) moet verblijven en er maar één hond per keer werkt, is deze sport ook geschikt voor intolerante of reactieve honden. Iedere eigenaar loopt éénmaal een spoor voor een andere hond, werkt één keer met zijn/haar eigen hond en blijft één keer bij de startlocatie. De andere twee maal kan men meelopen met andere combinaties, omdat men daar ook ontzettend veel van leert. Iedere hond reageert tijdens het speuren anders en laat andere signalen zien. De eerste lessen zijn vooral gericht op het leggen van de link tussen het vinden van de persoon en de beloning. De spoorloper zal in het zicht van de hond weglopen, enkel een hoekje om gaan en zal daar wachten. De hond is enthousiast gemaakt door de spoorloper, welke hoge geluidjes maakt en met snelheid wegloopt, en zal daarom graag willen starten. Je geeft het commando ‘zoek’ en start pas met lopen als de hond zelf vertrekt. Dit is erg belangrijk omdat de honden ons enorm goed kunnen lezen en wij ze anders onbewust vertellen wat ze moeten doen. Als de hond de spoorloper vindt, wordt dit uitgebreid beloond, met een beloning die voor de individuele hond het meest motiverend is. Ook spoorloper reageert ten alle tijden enthousiast als de hond hem/haar vindt. Zodra die link enigszins gelegd is komt er een geurvoorwerp in beeld, een item dat ruikt naar de persoon die gezocht moet worden, de spoorloper. Dit gebeurt meestal na les 2 of 3. De spoorloper loopt nog steeds in zicht weg maar voordat je het zoek commando geeft, geef je het commando ‘ruik'. Het is de bedoeling dat de hond dan op den duur aan het voorwerp ruikt en leert dat hij die specifieke geur moet gaan volgen. Doordat de lessen niet uit vaste groepen bestaan zoekt je hond eigenlijk altijd een nieuw persoon. Berp is enorm gericht op aandacht van mensen. Ik wil persoonlijk dat mijn honden leren dat ze andere mensen in hun omgeving moeten negeren, dat ze op mij moeten focussen. Tijdens wandelingen mag ze dan ook niet door anderen aangehaald worden. Hierdoor denk je misschien: maar nu leer je tijdens het mantrailen haar juist dat ze iets met mensen moet?! Dat klopt, maar ze leert dat ze enkel in een bepaalde vaste situatie iets moet met mensen. Ze kan juist daardoor mensen nu eigenlijk veel makkelijker negeren, omdat ze weet in welke situatie ze wel iets met een persoon moet en in welke situatie niet. Juist voor deze hond die ontzettende moeite had met het negeren van passanten heeft hierbij veel baat gehad. Ik merkte het effect al na een les of twee. Alles wat gedaan wordt voordat je de hond het commando ‘zoek’ geeft, wordt onderdeel van het vaste ritueel. Als je dit consequent doet, wordt het leggen van de link voor de hond makkelijker. Vanuit de auto starten Zodra de link gelegd is, zal de hond als deze daar klaar voor lijkt te zijn vanuit de auto gaan starten. Dat wil zeggen dat de hond de persoon die hij/zij moet gaan zoeken nog niet gezien of geroken heeft. Het ritueel dat inmiddels is opgebouwd zou er voor moeten zorgen dat de hond vrij snel begrijpt wat de bedoeling is. Bij de ene hond is dit een kleine drempel, voor de andere hond kan dit een hele grote stap zijn. Het eerste spoor vanuit de auto wordt daarom bewust simpel gehouden. Dit verzekert dat de hond niet allerlei moeilijke dingen zal moeten oplossen. Het gaat er in eerste instantie om dat de hond succes heeft. Als dit goed gaat wordt het spoor uitgebreid en wordt de opdracht voor de hond steeds moeilijker. Uiteindelijk zullen sporen ongeveer 1 km lang kunnen zijn. Daarnaast kan de moeilijkheidsgraad omhoog gaan door de hoeveelheid beslissingen die de hond nemen moet, een overgang maken van verhard (asfalt) naar bos gebied, een ouder spoor, of bijvoorbeeld vervuiling op de trail. Bij het mantrailen dat wij beoefenen hoeft een hond niet per se precies op de trail te lopen, maar gaat het om het vinden van een persoon. Bij een tracking hond is het juist wél het doel, dat de hond precies op de trail loopt. Levels. Wij speuren recreatief, maar kunnen wel samen met onze hond levels halen. Zodra jouw hond klaar lijkt te zijn voor het behalen van een nieuw level is er een toetsmoment. Als handler weet jij niet wanneer dit moment is en je hoort dan ook achteraf onverwacht dat je hond een level gehaald heeft. Het fijne hiervan is dat jijzelf niet nerveus kunt worden omdat je weet dat het een toetsmoment is, waardoor het de prestatie niet kan beïnvloeden. Er zijn 5 disciplines: urban, rural, water, building, area. Per discipline zijn er 3-5 toetsmomenten en krijg je bij het behalen van een level een bedeltje. Je kunt dus toewerken naar het compleet maken van een bedelset. Afwisseling in het speuren Mantrailen is nooit hetzelfde, elke trail, iedere locatie.. het is telkens keer weer een uitdaging. We trailen in het bos, in stedelijk gebied, in de zomer gaan we het water in en daarnaast doen we ook building- en area searches. Iedere locatie heeft zijn uitdagingen en aandachtspunten. Bij building- en area searches lopen de honden bijvoorbeeld los, dit vindt om veiligheidsredenen dan ook altijd plaats op eigen omheind terrein. Doordat de hond losloopt gaat het mantrailen ineens heel anders te werk. Bij een building search doet de geur van de persoon heel iets anders dan in het bos, dus ook voor de handler valt er enorm veel te leren over wat geur doet. Hoe heeft het weer bijvoorbeeld invloed op de geur? Wat doet de geur tussen hoge gebouwen? Dit zijn allemaal dingen die je in de loop van de tijd gaat leren, je wordt enorm bewust van je omgeving. Doordat je steeds meer kennis hebt, kun je ook steeds ingewikkelder sporen oplossen samen met je hond. Materiaal & beloning Voor het speuren heb je een goed passend tuig nodig. De voorkeur gaat uit naar een y-tuig vanwege de vrije schouderbeweging die gewenst is. Zeker omdat de honden flink trekken tijdens het speuren is het belangrijk dat het tuig de beweging niet belemmert en ook niet op zenuwen drukt. De honden lopen aan een lange lijn van zo’n 7meter. Ik heb gekozen voor een ronde lijn van biotaan omdat ik kleine handen heb. Daarnaast neemt dit materiaal geen water op en wordt de lijn niet zwaar wanneer deze nat wordt in regenachtig weer of op vochtige grond. Ze zijn onderhoudsvriendelijk en gemakkelijk schoon te maken. De beloning is het meest belangrijke, uiteindelijk is dat waar het voor de hond om draait. Het moet dus echt een jackpot zijn. De hond moet er gedurende lange tijd ontzettend hard voor willen werken. Ga dus opzoek naar iets waar je hond dol op is. Werk je met een voerbeloning? Kies dan iets dat de hond normaal gezien niet krijgt en zorg dat het genoeg is. Voor een kruimeltje gaat een hond namelijk op den duur niet meer werken. Met Vaös ben ik begonnen met een voerbeloning, maar hij kreeg uiteindelijk een gigantische dip. Hij wilde eigenlijk totaal niet meer werken. Ik ben toen overgestapt naar de bijtrol als beloning en dat is een super keuze geweest. De motivatie voor het krijgen van de bijtrol is enorm hoog waardoor hij blijft werken, ook als het een heel moeilijk spoor is. Berp krijgt momenteel nog een voerbeloning omdat zij nog geen speelgoed heeft dat heilig voor haar is. Daarnaast is de aandacht die zij van de spoorloper krijgt ook al een beloning op zich. Trails die mij bijgebleven zijn Intussen train ik het mantrailen al zo’n 2 jaar, maar er zijn me toch verscheidene trails bijgebleven. Zo weet ik nog heel goed dat Vaös tijdens een van zijn eerste lessen vol het water indook. Wij snapten niet helemaal waarom hij dat deed maar achteraf was zijn reactie zeer logisch. De spoorloper was per ongeluk verkeerd gelopen en was het water gepasseerd. Water trekt geur aan, dus alle geur van de spoorloper lag op het water. Vaös twijfelde geen moment en dook zo het meer in. De building search waar hij precies alle deuren aanwees waar mensen zaten is ook een speurles die ik niet snel vergeten zal. Ook de aller eerste area search was bijzonder. Ik klikte Vaös los en hij vertrok. Binnen no-time stond hij aan de andere kant van veld me zeer duidelijk te maken dat hij de persoon al gevonden had. Ik vond het heel mooi om te zien dat hij iets nieuws zo makkelijk oppakte. We deden ooit een area search waarbij Vaös meerdere mensen moest zoeken. Dit is voor sommige honden een moeilijke opgave, omdat ze normaal na het vinden van één persoon klaar zijn. Vaös pakte dit echter direct fantastisch op. Na de beloning werkte hij direct door om de volgende persoon te vinden. Met Berp heb ik pas 8 lessen gehad, dus ik heb minder trails die me echt bijgebleven zijn. Ze is immers nog maar 8.5 maanden jong. Maar werkwillige karakter van deze hond is echt bizar. De rust die zij heeft tijdens het uitwerken van trails, kan Vaös echt nog wat van leren. Ze geeft perfecte negatives, dat wil zeggen dat ze duidelijk laat zien wanneer ze een plek bereikt heeft waar geen geur meer ligt. Ook dat is iets wat Vaös niet altijd vlekkeloos doet. Zo hadden we vorige week les op een industrieterrein, is dit een vrij moeilijke omgeving om in te speuren. De eerste beslissing die ze maakte was juist en we liepen een open vlakte op met aan de randen wat begroeiing. Ze trok direct naar links, naar de begroeiing, wat logisch is want dit is waar geur zal gaan hangen. Echter bleef ze hier negatives geven, ze liet me duidelijk zien dat er geen nieuwe geur meer te vinden was. Ik moet dan als handler nadenken waarom mijn hond dit doet. We hadden tegenwind van rechts, waardoor de geur van de spoorloper waarschijnlijk onze kant op is gewaaid en bij de begroeiing is blijven hangen. Op dat moment kies je er dus voor om recht tegen de wind in te gaan lopen om te kijken of de hond het spoor dan ergens oppikt. Het was zeer duidelijk te zien dat Berp de geur weer oppikte en dus op het spoor zat. Dit zijn leuke trails omdat je het kunnen van de hond combineert met je eigen kennis. De laatste speurles die ik met Berp heb gehad voordat deze blog online komt was wederom een heel interessante les. We focusten namelijk op het waarnemen wat ieders hond doet. De trails waren niet moeilijk en het ging puur om het beter leren lezen van de hond. Berp was eigenlijk als tweede aan de beurt maar de eerste hond wilde niet het hoge gras door. Toen werd besloten dat Berp deze trail mocht gaan oplossen. Ze startte heel netjes en het is in zo’n geval zó mooi om te zien wat je hond doet. Berp loopt veel op de trail maar zigzagt af en toe links en rechts erlangs om extra te checken. Zodra ze terugkomt op de precieze trail duikt ze er als het ware op, met een snelle kopbeweging en hoog tempo. Ze maakte de beslissingen juist en liep het grootste gedeelte precies op het spoor dat de spoorloper gelopen had. Toen ze dichtbij de spoorloper was die in de struiken verscholen zat, zag je een duidelijke gedragsverandering. Wij noemen dat proximity, ze werd opgewonden en werd in haar gedrag wat drukker. Toch liep ze nog even een stukje rechtdoor waar ze een goede negative gaf, ze gaf duidelijk aan dat het spoor daar verderop niet meer te vinden was. Ze koos toen zelf om terug te keren en vond de spoorloper in de struiken. De komende weken hebben wij nog een aantal lessen op het programma staan en blijven we dus lekker bezig. Wil jij ook aan de slag met je hond, ga dan op zoek naar een hondenschool die mantrailen aanbiedt. Wellicht hebben jij en je hond er binnenkort een nieuwe hobby bij! Volg anke en haar honden op instagram
De zin en onzin over vaccineren en titeren

De zin en onzin over vaccineren en titeren

26-05-2021
Titertest bij 6 weken oude pups Na wonden, vergiftigingen, parasieten, onderkoeling en maagtorsies doen we in deze blog eens iets anders. Geen EHBO, maar wel iets anders dat van levensbelang is voor je hond. Vaccinaties, we weten allemaal dat ze bestaan en we laten ze regelmatig herhalen, maar is dat wel altijd nodig? Daar komt titeren om de hoek kijken, een techniek die nog niet zo heel erg lang wordt toegepast in de ‘gewone’ dierenkliniek, maar wel razendsnel aan het groeien is. Maar wat is het nou precies en waarom ga je over op titeren of blijf je vaccineren? Achtergrondinformatie Een vaccinatie is eigenlijk niets anders dan het inspuiten van een klein beetje van de ziekteverwekker, zoals bijvoorbeeld een virus of een bacterie met als gevolg een reactie van het immuunsysteem. Vaccins worden zo gemaakt dat de ziekteverwekker dood of ernstig verzwakt is, zodat ze niet gevaarlijk zijn voor je hond. Wat deze dode of verzwakte ziekteverwekkers in het vaccin wél doen, is het immuunsysteem activeren, zodat je hond weerstand opbouwt tegen de ziekteverwekker. Het opbouwen van weerstand, of immuniteit, gebeurt op twee manieren. Allereerst gaat het lichaam antistoffen aanmaken, die de ziekteverwekker direct aanvallen om zo verspreiding door het lichaam te voorkomen. Dat noemen we humorale immuniteit. Daarnaast bouwt het lichaam ook cellulaire immuniteit op, dat betekent dat er een soort ‘herinneringscellen’ worden aangemaakt die door middel van een herkenningsmechanisme de ziekteverwekker kunnen aanvallen als deze opnieuw binnenkomt. De cellulaire immuniteit kunnen we niet meten. De humorale afweer daarentegen, of in ieder geval de concentratie afweerstoffen in het bloed, kunnen we meten. Vroeger kon dit alleen via een bloedtest in gespecialiseerde laboratoria, maar inmiddels kan dat ook via een sneltest in de dierenartsenpraktijken. Hiermee kunnen we kijken of de hond goed beschermd is door de toegediende vaccinaties of dat er misschien een vaccinatieschema op maat nodig is. Vaccineren Er zijn verschillende vaccinaties voor honden op de markt, maar de kernziekten zitten allemaal in de ‘grote cocktail’. De grote cocktail bevat hondenziekte (ook wel Distemper of ziekte van Carré), besmettelijke leverziekte (hepatitis contagiosum canis, HCC) en parvovirus. Daarnaast zijn er nog een paar andere vaccinaties die vaak worden toegepast, zoals de kleine cocktail. De kleine cocktail is de ziekte van Weil (leptospirose), vaak gecombineerd met kennelhoest (para-influenza of Bordetella). Kennelhoest wordt vaak verplicht gesteld in situaties waar veel verschillende honden bij elkaar komen, zoals shows, wedstrijden of pensions. In het buitenland zijn mogelijk andere vaccinaties verplicht, zoals rabiës (hondsdolheid). De werkingsduur van de vaccinaties is verschillend, maar de meest gebruikte vaccinatie tegen de kernziekten in Nederland heeft een beschermingsduur van ongeveer 3 jaar. De beschermingsduur van een vaccin is onder andere afhankelijk van de soort ziekteverwekker en de mate waarin ze ziekteverwekker is verzwakt. Vaccins tegen bacteriën (bijvoorbeeld de ziekte van Weil) hebben vaak een minder lange werkingsduur dan vaccins tegen virussen (bijvoorbeeld parvo) en vaccins met een levend verzwakte ziekteverwekker beschermen beter dan vaccins met een dode ziekteverwekker. Dit betekent dat een aantal vaccinaties (jaarlijks) herhaald zal moet worden om voldoende bescherming te kunnen bieden. Titeren Hunter wacht op zijn titeruitslag Overschakelen op titeren in plaats van jaarlijks vaccineren kan om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat je hond niet goed reageert op vaccinaties, al wat ouder is of last heeft van allergieën of huidproblemen. Met titeren bepalen we wat de antilichaamconcentratie, ook wel titer, is in het bloed van de hond. Met behulp van deze uitslag kunnen we bekijken of de hond nog voldoende beschermd is tegen de kernziekten in de vaccinatie. Dit kan per component verschillen, het hoeft niet zo te zijn dat met een vaccinatie de hond evenveel beschermd is tegen alle drie de virussen die in het vaccin zitten. Voor een aantal soorten vaccinaties, zoals vaccins met een bacteriële component, is het niet mogelijk om de titers te checken, een daarvan is het vaccin tegen de ziekte van Weil. Na het vaccineren met de grote cocktail is het pas na 3 jaar nodig om opnieuw een titerbepaling uit te voeren. Zijn de titers op dat moment hoog genoeg? Dan kun je daarna afhankelijk van de hoogte van de uitslag 1 of 3 jaar later een volgende bepaling laten doen om te zien hoe de status van de antilichamen is. Pas wanneer de uitslag van de titerbepaling negatief is hoeft de hond opnieuw geënt te worden. Zijn de titers (van een van de componenten) 3 jaar na de enting al op een laag niveau? Dan kun je de hond direct (bij) laten enten. De uitslagen van het titeren worden op steeds meer plaatsen in Nederland, zoals pensions en shows, geaccepteerd als volledig vaccinatiebewijs. Vaccicheck en nieuwe paspoortjes voor een nestje pups Moment van eerste enting bepalen Voor een test is maar een klein beetje bloed nodig en een volledige titerbepaling kan dus zelfs al gemakkelijk gedaan worden bij pups. In dat geval wordt er gekeken of de maternale immuniteit, die de pups krijgen via de biest nog bescherming geeft op het moment van vaccinatie. Wanneer de eerste enting gedaan wordt op het moment dat de pup nog beschermd is en er dus al een lage antilichaamconcentratie in het bloed zit, is de kans groot dat de gewenste reactie van het immuunsysteem niet plaatsvindt. Dit betekent dat, wanneer de maternale immuniteit uitgewerkt is, de pup dus niet beschermd is tot deze een jaar later opnieuw wordt geënt. Onze voedingsdeskundige Marijke heeft ook haar nest Staffordshire Bull Terriers op leeftijd van 6 weken laten titeren. De pup die bij haar thuis is blijven wonen was pas op een leeftijd van 10 weken klaar om gevaccineerd te worden, terwijl hij op deze leeftijd normaliter al de tweede enting achter de rug zou hebben. Sommige fokkers beginnen het entschema op een leeftijd van 6 weken en zullen het nest op deze leeftijd laten enten of laten titeren. De nieuwe eigenaar vervolgt dan het entschema, of laat de pup een aantal weken laten opnieuw titeren. Andere fokkers laten de eigenaar op een leeftijd van 9 weken beginnen met enten danwel titeren. Het is als nieuwe eigenaar dus van belang om goed overleg te plegen met de fokker en de dierenarts, om een plan van aanpak te bedenken. Enten is ontzettend belangrijk om de populatie honden in ons land te beschermen, maar het bepalen van het moment van enten ligt ten grondslag aan de correcte uitvoering. Is je pup wel volgens het standaard schema gevaccineerd, dan kun je in de toekomst alsnog besluiten gebruik te maken van titerbepalingen. Niet iedere praktijk heeft mogelijkheden of voldoende kennis, dus je kunt kijken op https://www.vaccicheck.nl om een dierenarts in jouw regio te vinden.
Hondensport: Backpacken met je hond

Hondensport: Backpacken met je hond

21-05-2021
Wij vinden gezond leven voor de hond ontzettend belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Maar gezonde voeding is niet het enige, dat van belang is voor een hond. Beweging en mentale uitdaging zijn voor een hond ontzettend belangrijk. Daarom nodigen we iedere maand een aantal gastbloggers uit, die hun favoriete hondensport of -werk beschrijven. Zo hopen we onze lezers te inspireren om nog meer te ondernemen met hun hond(en). Zie je een bepaalde sport graag terug op onze blog, of heb je vragen over het onderwerp van deze week, laat dan even een reactie achter onderaan deze pagina. In deze tweede blogpost over sporten met je hond, is Laurie Kranendonk aan het woord. Je kent haar misschien van Reizen met je hond. Met haar hond Tinus heeft ze al vele backpacktochten gemaakt en andere avonturen beleefd. Met haar bedrijf Reizen met je hond inspireert Laurie andere mensen met honden om op avontuur te gaan. Ook organiseert ze backpackweekenden voor beginnende backpackers-met-hond. https://www.reizenmetjehond.nl Vandaag vertelt Laurie hoe jij de keuze kunt maken of jouw hond geschikt is om mee te gaan op backpacktocht. Leeftijd, conditie en mentale gesteldheid zijn allemaal van invloed op deze keuze, maar dat is zeker niet alles. Lees vooral verder, als je deze zomer eens fanatiek op avontuur wilt met je beste maatje.   Backpacken: iets voor jou en je hond? Steeds meer mensen maken meerdaagse wandeltochten met hun hond. Sommigen wagen zich zelfs aan een Lange-Afstand-Wandelpad (LAW), waarbij ze honderden kilometers wandelend afleggen, op aaneengesloten dagen of verdeeld over meerdere weekenden of weekjes vrij. Tussen deze wandeldagen door kun je overnachten in een B&B, een hotel, een trekkershut, of, als je een echte back-to-basic-beleving wilt hebben, in een tentje dat je zelf in je backpack hebt meegenomen. Het is heerlijk om dagen achter elkaar door de natuur te struinen met je hond en nieuwe omgevingen te ontdekken, maar een backpacktocht met je hond vraagt wel wat voorbereiding. Zo moet je bijvoorbeeld een geschikte route zien te vinden, de juiste spullen aanschaffen, je hond en jezelf laten wennen aan ander eten en jullie zullen natuurlijk moeten trainen voor de dagelijkse afstanden die je wilt gaan afleggen. Voordat je enthousiast begint aan de voorbereiding is het handig om te weten of je jouw hond wel zo’n plezier doet met een meerdaagse wandeltocht. Niet alle honden zijn namelijk geschikt om mee te gaan op een trektocht. Zowel fysiek als mentaal zijn er kenmerken die een hond meer of juist minder geschikt maakt om mee te gaan backpacken. Over die kenmerken lees je in dit artikel, zodat je zelf kunt bepalen of jouw hond geschikt is om mee te gaan op een backpacktocht.   c Eens in de zoveel tijd staat er een bericht in de krant over een man van 85 die succesvol een marathon heeft gelopen. Dat kán natuurlijk. Leeftijd zegt niet alles. Maar het feit dat het in de krant komt zegt wel iets. Het is uitzonderlijk. Zo is het ook met honden. Er zijn vast honden van 13 jaar die zonder problemen een bergtocht kunnen uitwandelen. Maar dat is dan wel bijzonder. Een hond gaat ongeveer tussen de 6 en 9 jaar over van jong naar oud. Grote honden zijn eerder oud dan kleine honden. Is je hond ouder dan 9 jaar? Dan speelt leeftijd sowieso een rol en raad ik je aan om goed te letten op ouderdomsverschijnselen. Hij kan misschien niet alles meer, loopt langzamer en hij houdt activiteiten minder lang vol. Backpacken kan misschien nog wel, maar loop niet teveel dagen achter elkaar, wandel minder lange etappes en plan meer rustmomenten op een dag. Kortom, houd rekening met je bejaarde wandelmaatje. Is je hond juist nog heel jong en nog niet volgroeid? Dan kun je nog niet lang achter elkaar wandelen. Doe je dat wel, dan kan dat blijvende schade veroorzaken. Dat wil je niet. Vanaf 1 jaar kunnen de meeste honden wat meer worden belast. Let er wel weer op dat grote honden later zijn uitgegroeid dan kleine hondjes. Bouw de training langzaam op en ga pas op een echte tocht als je zeker weet dat je hond het aankan. Intussen kun je zelf natuurlijk alvast aan de gang met het plannen van de tocht en het uitzoeken van spullen, zodat jullie er straks allebei helemaal klaar voor zijn.   Gewicht Is je hond te zwaar? Dan is backpacken (nog) geen goed idee. Je geeft je hond niet een optimale ervaring als je hem extra kilo’s laat meezeulen op een trektocht. Daarbij kan het ook gevaarlijk zijn: door het extra gewicht moet zijn hart veel harder werken en kunnen gewrichten sneller slijten. Dat kan tot chronische aandoeningen leiden. Heeft je hond overgewicht? Werk er dan eerst aan om hem op een goed gewicht te krijgen. Vraag je dierenarts om hulp als je niet weet hoe je dat aanpakt.  Formaat Je kunt met elk formaat hond op pad, maar het formaat heeft wel invloed op je tocht. Hoe groter je hond is, hoe groter en zwaarder de spullen zijn die je voor hem mee moet nemen. Een teckel past er altijd nog wel bij in je tentje, maar ga je met een Newfoundlander op pad, dan moet je tent een maatje groter zijn. Een grote hond heeft ook een grote regenjas, en een groot kleed om op te liggen. En hij eet grote porties voer: nog meer gewicht in jouw backpack. Als je het allemaal kunt tillen is een grote hond geen probleem, maar het kán dus dat je hond daardoor minder geschikt is om met je mee te gaan backpacken.   Vacht De vacht van je hond kan invloed hebben op je bestemming en op het seizoen waarin je gaat backpacken. Kort- en gladharige honden kunnen bijvoorbeeld over het algemeen iets minder goed tegen zowel warmte als kou. Wandel met deze honden dus in niet al te extreme omstandigheden. Heeft je hond een ondervacht? Dan kan hij zichzelf vaak goed afkoelen én warmhouden. Erg handig op een trektocht met wisselende temperaturen. Let wel op: niet alle honden met een ondervacht kunnen alle temperaturen aan. Een Husky en een Alaskan Malamute hebben ook een ondervacht, maar zijn gebouwd op slapen in de sneeuw. Een backpacktocht bij zomerse temperaturen is dan geen goed idee. Heeft je hond een vacht die regelmatig verzorging nodig heeft, zoals de vacht van een poedel of een briard? Regel dan een knipbeurt vlak voor vertrek, zodat er geen haren voor zijn ogen hangen of lang haar tussen zijn tenen zit. Daar blijven takjes en zand in vastzitten, erg onhandig tijdens een lange tocht. Conditie Je wilt natuurlijk dat je hond het naar zijn zin heeft tijdens het backpacken. Dat hij kan genieten van de tocht. Dat lukt niet als hij snel vermoeid raakt. Zelf geniet je ook niet meer van een wandeling als je eigenlijk te moe bent om nog een stap te zetten. Daarom is het belangrijk dat je hond de backpacktocht fysiek goed aankan. Moe zijn aan het einde van de dag is niet erg, dat ben jij ook, maar hij moet niet uitgeput zijn.  Kan je hond op dit moment nog niet probleemloos 15 kilometer lopen op een dag? Dan is hij nu nog niet geschikt om mee te gaan backpacken. Het goede nieuws is dat je dit kenmerk kunt verbeteren. Tijd om te gaan trainen dus. Begin gewoon met het langzaam opbouwen van de wandelafstanden en kijk hoe je hond hierop reageert.   (Chronische) aandoeningen Sommige honden hebben een aandoening waardoor ze minder geschikt zijn voor een backpacktocht. Denk bijvoorbeeld aan artrose en heupdysplasie. Een hond met pijnlijke gewrichten doe je hoogstwaarschijnlijk geen plezier met lange wandeltochten. Volg hiervoor het advies van de deskundige op die de diagnose van je hond heeft vastgesteld. Een gezond en goed functionerend hart is een must. Een hond met een hartafwijking neem je liever niet mee op een meerdaagse tocht. Zeker niet als je in een afgelegen gebied gaat wandelen, ver weg van een dierenarts. Aandoeningen waarvoor je hond, soms dagelijks, medicijnen moet slikken kunnen ook een belemmering vormen. Denk aan epilepsie, auto-immuunziektes en zware allergieën. Ga je op pad in bewoond gebied, blijf je niet lang weg, en is de ziekte beheersbaar met medicijnen? Dan kan je hond misschien wel mee. Bij epilepsie en allergieën moet je je wel extra goed voorbereiden op wat jullie onderweg gaan tegenkomen. Vermijd gebieden die die ziektes kunnen triggeren. Heeft je hond een (chronische) aandoening, maar wil je toch graag een keer backpacken? Overleg dan altijd met je dierenarts. Sommige rassen hebben aandoeningen of aanleg voor aandoeningen waardoor ze minder geschikt zijn om mee te gaan op een backpacktocht. Hondenrassen met korte snuiten, zoals mopshondjes, boxers en bulldogs, hebben bijvoorbeeld vaak problemen met ademen, waardoor ze een verminderd uithoudingsvermogen hebben en hun warmte niet goed kwijt kunnen. Hierdoor lopen ze een hoger risico op oververhitting. Andere rassen, zoals Duitse herders en labradors, zijn gevoelig voor heupproblemen. Bij deze honden is het extra belangrijk om veel aandacht te besteden aan spieropbouw voordat je ze meeneemt op avontuur.   Karakter Een loyale, op jou gerichte, sociale, moedige, zekere, flexibele, stabiele, speelse, vriendelijke en intelligente hond. Dat is de ideale backpackhond. In de praktijk zullen weinig honden ál deze karaktereigenschappen bezitten. Gelukkig betekent dat niet dat je hond niet mee kan. Maar hoe meer van deze eigenschappen, hoe makkelijker het voor jou en je hond is om samen te backpacken. Mínder handige karaktereigenschappen voor een backpackhond zijn bijvoorbeeld waaksheid en veel blaffen, daar doe je je medekampeerders geen plezier mee. Is je hond heel verdedigend richting andere mensen of honden? Dat hoeft geen probleem te zijn als je in je eentje een backpacktocht loopt zonder veel andere mensen of honden tegen te komen. Loop je in een groep, dan is dit niet zo’n fijne karaktertrek. Heeft je hond een groot jachtinstinct? Met een stevige lijn en een goed tuig kun je gewoon op pad, maar loslopen is er dan niet bij. En ook bij je slaapplek zul je je hond altijd in de gaten moeten houden.   Mentale gesteldheid  Dit kenmerk hangt deels samen met het karakter van je hond, maar hier heb ik het over honden die niet altijd blij en moedig en speels zijn. Die mentaal wat minder stabiel zijn. Angstige honden bijvoorbeeld, of nerveuze, of allebei. Voor deze honden is een backpacktocht één grote bron van prikkels. Het is niet per definitie zo dat je deze honden niet mee kunt nemen op een trektocht, maar je moet ze wel extra goed in de gaten houden en meer rust geven als ze dat nodig hebben. Als je gaat backpacken met een mentaal minder stabiele hond, dan is het wel belangrijk dat jullie onderlinge band heel goed is. Dat je hond je helemaal vertrouwt en bij jou zijn rust vindt. Als dat eenmaal zo is, dan kun je hem meenemen op de mooiste avonturen. Backpacken met je hond Wil je meer weten over backpacken met je hond? In haar Handboek Backpacken met je hond deelt Laurie alle informatie die je nodig hebt om er zelf op uit te trekken met je hond. Je kunt ook lid worden van de Facebookgroep Backpacken met je hond: hier vind je tips en ervaringen van andere (beginnende) backpackers-met-hond. https://www.reizenmetjehond.nl/handboek-backpacken-met-je-hond/ de foto's in deze blogpost zijn gemaakt door Paulien van der Werf van Outdoorinspiratie
Hondensport: Waterwerken

Hondensport: Waterwerken

14-05-2021
Wij vinden gezond leven voor de hond ontzettend belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Maar gezonden voeding is niet het enige, dat van belang is voor een hond. Beweging en mentale uitdaging zijn voor een hond ontzettend belangrijk. Daarom nodigen we iedere maand een aantal gastbloggers uit, die hun favoriete hondensport of -werk beschrijven. Zo hopen we onze lezers te inspireren om nog meer te ondernemen met hun hond(en). Zie je een bepaalde sport graag terug op onze blog, of heb je vragen over het onderwerp van deze week, laat dan even een reactie achter onderaan deze pagina. Deze week spraken we Carlijn over waterwerken: Samen met mijn Newfoundlanders Bumper en Fender woon ik in Zuid-Limburg. Ik maakte een jaar of 10 geleden voor het eerst kennis met de Newfoundlander. Ghani was de Newfoundlander van mijn schoonouders en ze was echt prachtig. Zo een grote hond, maar ondertussen zo voorzichtig en lief… ik was verkocht. Na vele verhalen te hebben gehoord over de honden die mijn schoonouders in de jaren hebben gehad werd mijn liefde voor het ras alleen maar groter. Ook vertelde ze mij over de waterwerk sport die zij vroeger met hun Newfoundlanders beoefenden. Ik ben online gaan zoeken naar meer info en toen wist ik het zeker: ooit heb ik een Newfoundlander. Carlijn met haar Newfoundlanders Bumper(links) en Fender(rechts) Toen Bumper in augustus 2017 bij ons kwam wonen was de stap naar het waterwerk al snel genomen, in september dat jaar hadden we onze eerste training en we zijn sindsdien niet meer gestopt. In februari 2018 kwam Fender bij ons wonen en ook hij raakte als snel verkocht aan het waterwerk. Tegenwoordig trainen we bij twee waterwerk groepen. Elke zaterdag trainen we bij WAG Colonia en iedere tweede zondag bij Waterwerkgroep de Betuwe in Appeltern.  Waterwerk is een sport die wordt uitgevoerd door verschillende rassen, maar vooral de newfoundlander is een populair ras binnen deze sport. Graag neem ik jullie in deze blog mee in de wereld van het waterwerk. Wil je meer van ons zien, neem dan een kijkje op instagram. Wat is waterwerk? Waterwerk is een door de Raad van Beheer erkende sport waarin diverse rassen, maar voornamelijk newfoundlanders, oefeningen uitvoeren in het water. Tijdens deze oefeningen wordt er vooral op getraind om mensen te helpen op diverse vlakken. Zo wordt de honden bijvoorbeeld aangeleerd om mensen te redden die bewusteloos zijn, maar ook mensen die bij kennis zijn. Ook het trekken van boten, het springen uit boten, objecten zoeken in het water, het brengen van objecten naar boten of juist het halen van objecten bij een boot, behoren tot de oefeningen. Waterwerk is dus veel meer dan alleen maar apporteren in het water. Mentaal en fysiek uitdagend De honden moeten behoorlijke lichamelijke kracht hebben om de verschillende oefeningen uit te voeren. Maar ook mentale kracht is van belang in deze sport. De honden moeten goed nadenken over de uit te voeren opdracht, weersomstandigheden hebben bijvoorbeeld ook een grote invloed op de manier waarop de hond een oefening uitvoert. Ze vinden vaak precies de juiste manier om te zwemmen, ook tijdens stormachtige dagen met een flinke stroming. Gezien ze zelf (veelal) groot van stuk zijn, is het ook belangrijk dat ze hun eigen lichaam goed beheersen. Stel je bijvoorbeeld voor dat wanneer iemand verdrinkt en niet meer bij bewustzijn is, deze persoon zich kan niet vasthouden aan de hond. De hond zal dan op de juiste manier in de hand van de drenkeling moeten bijten om hem naar de kant te slepen, zonder schade toe te brengen. Een ander voorbeeld is het springen uit de boot, waarbij de hond met vier poten moet balanceren op de zijkant van een boot. Dit vereis niet enkel lichamelijke kracht, maar ook bewustzijn van het lichaam en goede concentratie. Beginnen met de sport Op alle leeftijden kan gestart worden met deze hondensport, ook pups kunnen terecht bij waterwerk groepen. Houd er dan wel rekening mee dat zij een aangepast oefenschema hebben. Dit zal vooral gericht zijn op watergewenning, het leren kennen van de boot en het leren van bijvoorbeeld dummy’s ophalen. Verder is het belangrijk dat je hond van water houdt, goed kan zwemmen en het leuk vindt opdrachten uit te voeren. Waarom zijn Newfoundlanders zo populair in deze sport? Vroeger werden Newfoundlanders gefokt en getraind om mee te gaan op vissersboten. Tijdens deze trips zorgde de Newfoundlander voor de veiligheid op het schip. Wanneer iemand over boord viel, werd de Newfoundlander ingezet om deze persoon te redden. Ook was het hun taak de netten en boeien binnen te halen en om touwen naar de kant te brengen om een boot vast te zetten.Doordat de Newfoundlander hiervoor gefokt is, worden de meeste Newfoundlanders ook helemaal gek wanneer ze water zien. Instinctief zit het werk van vroeger nog steeds in het ras. Het is om deze genetische achtergrond ook een zelfstandig ras dat goed opdrachten kan uitvoeren.   De Newfoundlander is ook fysiek erg geschikt voor waterwerk. Dit ras heeft namelijk zwemvliezen tussen de tenen en kan zich hierdoor gemakkelijk verplaatsen in het water. Ook heeft hun vacht een olielaag, die er voor zorgt dat ze ‘’waterdicht’’ zijn, na een keer of drie schudden zijn deze honden alweer droog. Wanneer ze zwemmen zet hun vacht dan ook wat uit, waardoor ze makkelijker drijven. Tenslotte hebben Newfoundlanders een goede ondervacht, die het lichaam warm houdt tijdens het zwemmen in koud water. Tegenwoordig wordt dit ras in sommige landen nog altijd ingezet om mensen te redden, waar bij ze zelfs uit helicopters springen! Trainingsgroepen Wij trainen zelf bij twee groepen, bij WAG Colonia en bij NNFC de Betuwe. Bij de Nederlandse Newfoundlander Club (NNFC) trainen enkel Newfoundlanders. Hier wordt dan ook vooral recreatief getraind en komen vooral de oefeningen voor die in de NNFC brevetten zitten. Deze brevetten kunnen worden behaald op de trials die georganiseerd worden door de NNFC. Behalve de brevetten kunnen de snelste newfoundlanders van hun klasse nog eens een extra trofee winnen. Bij WAG Colonia zijn wij vorig jaar halverwege het seizoen gestart. Dit is een groep die traint voor de brevetten van de Raad van Beheer. In deze brevetten zijn dan naast wateroefeningen ook landoefeningen inbegrepen. De hond moet ook voordat hij aan de Nederlandse brevetten dagen kan deelnemen een gehoorzaamheidscursus hebben afgerond of de basistoets hebben behaald. Behalve de Nederlandse brevetten zijn er ook aansluitende brevetten te behalen in o.a. België en Duitsland. Deze brevetten kunnen door meerdere rassen worden behaald en zijn dus niet uitsluitend voor Newfoundlanders. Behalve deze twee groepen zijn er nog diverse groepen in Nederland die waterwerk training aanbieden, zowel vanuit de NNFC als groepen die voor de brevetten van de Raad van Beheer trainen. Zo is er altijd wel een locatie en geschikte groep beschikbaar. Internationaal Sommige trainingsgroepen bieden ook kampen aan. Tijdens een waterwerk kamp kun je ontzettend veel leren. Op deze locaties komen namelijk waterwerkers vanuit de hele wereld samen om brevetten te behalen. Eerst wordt er getraind en aansluitend kunnen op het einde van het kamp brevetten worden behaald. Eerder benoemde ik al even de Duitse en Belgische brevetten, maar waterwerken wordt ook actief beoefend in Frankrijk, Luxemburg, Frankrijk, Italië, Zwitserland en Polen. Alle landen hebben hun eigen brevetten met hun eigen oefeningen. Op kampen kun je deze ervaringen samen delen, waardoor je een berg aan informatie verzamelt maar ook een hele toffe week ervaart. Zelf hebben wij dit nog niet mogen meemaken, maar ik kan niet wachten om ook eens aan een kamp deel te nemen. Mijn eigen ervaring Samen met mijn Newfoundlanders Bumper en Fender beoefen ik met liefde de waterwerk sport. ik mag dan ook zeker zeggen dat dit een passie van ons drie samen is. Beide heren zijn herplaatst en dus op latere leeftijd begonnen met waterwerk. Bumper was 1.5 jaar oud en Fender zelfs al 3.5 jaar. Ze pikken de sport ontzettend snel op en je kunt dan ook zeer zeker zien dat het instinctief gedrag is voor dit ras. Het is dan ook prachtig te zien hoe ze genieten en groeien tijdens elke training. Het is duidelijk dat ze niet kunnen wachten om weer te gaan trainen want zodra ze de tas met alle spullen zien, worden ze al ontzettend enthousiast. Ook vind ik het een mooie manier om de band tussen hond en eigenaar te kunnen vergroten, het samen werken met je hond is gewoon prachtig. Vooral nu er kortgeleden bij Bumper heupdysplasie en artrose zijn vastgesteld en gezien Bumper een slechte rug heeft, is het zwemmen een ontzettend goede oefening om hem in conditie te krijgen en houden. Nu kan hij elke week conditie opbouwen en worden zijn spieren steeds sterker. We zijn nu bijvoorbeeld aan het oefenen de boot te volgen, waarbij hij als het ware achter de boot aan zwemt. Tijdens deze oefening heeft hij een zwemvest aan waardoor hij enkel zich hoeft te concentreren op het maken van de juiste bewegingen. Hopelijk kan het zwemvestje later dit seizoen vervangen worden door kurkjes omdat zijn spieren dan sterk genoeg zijn. Het waterwerken is dus niet alleen leuk, maar ook nog eens een hele goede gezonde work-out. Voor Fender is het uit de boot springen zijn favoriete oefening, voor Bumper is dit het halen van de pop. Ik zelf vind het vooral heel mooi en gaaf om gered te worden door een hond. Om de honden vol overtuiging op je af te zien komen is gewoon een machtig mooi beeld. Ik hoop dan ook dat ik nog vele trainingen met onze jongens mag blijven doen en mag blijven genieten van het werken met honden in het water.
Hondenvoeding: gezonder voeren van hondenbrokken

Hondenvoeding: gezonder voeren van hondenbrokken

07-05-2021
Bij Bellobox vinden we gezonde voeding voor de hond erg belangrijk. Daarom vind je in ons assortiment enkel natuurlijke snacks terug. Wij vroegen onze voedingsexpert, of zij haar kennis over hondenvoeding wil delen. Vanaf nu vind je iedere maand een educatieve blogpost terug waarin ze alle ins en outs over gezonde voeding bij de hond deelt. Deze week praat Marijke over kleine aanpassingen die het voeren van brokken aan je hond zowel lekkerder als gezonder kunnen maken. Voeg water toe aan iedere maaltijd Al liggen honden nu bij ons op de bank, van origine zijn het roofdieren. De prooi die een hond zou consumeren, bevat ongeveer 65% water. Hun lichaam is in jaren van domesticatie flink veranderd, maar het spijsverteringsstelsel van de hond is relatief onveranderd gebleven. Honden zijn daardoor gewend het gros van vocht uit hun voeding te halen. Hondenbrokken bevatten echter over het algemeen slechts 10-12% water. Dat is een aanzienlijk verschil. Hondenbrokken zijn pas sinds de jaren 30 in Nederland geïntroduceerd en werden over tijd steeds meer populair. Het vochtgehalte van het dieet van de hond is pas erg recentelijk verlaagd. Al kan het individu zich ontzettend goed aanpassen, aanzienlijk evolutionair effect heeft de hondenbrok nog niet gehad. De nieren van een hond zorgen naast het afvoeren van afvalstoffen, ook voor het produceren van vitamine D en het aanmaken van rode bloedcellen. Ze hebben water nodig om goed te functioneren. Nieren van een hond die enkel droge brokken eet hebben het dan ook zwaar te verduren. Uiteraard bieden we onze honden vers water te drinken aan, maar dat heft het effect van de droge voeding niet op. Zelf voer ik verse vleesvoeding, waardoor ik me minder zorgen hoef te maken om de nieren van mijn honden. Ik ben me echter bewust dat dit voor veel mensen geen optie is. Ik raad dan ook aan om aan iedere maaltijd van je hond vers water toe te voegen. Een kwartier voor voedertijd bedek je de brokken met lauwwarm water, zodat ze bijna onder staan. Niet alleen zorgt dit voor een betere vochtopname, het maakt de maaltijd van je hond ook smaakvoller! Het is een oude mythe, dat verse voeding en hondenbrokken niet gecombineerd kunnen worden. Combineer brokken met gebalanceerde versvoeding De meeste hondenbrokken worden op erg hoge temperatuur geproduceerd. Tijdens deze verhitting vindt een zogenaamde maillard reactie plaats, een chemische reactie die ook ons eigen eten een bruine kleur en lekkere smaak geeft. Bij deze reactie komt acrylamide vrij, een stof die in hoge dosering helaas erg gevaarlijk kan zijn voor het dierlijk lichaam. Als mensen eten wij gelukkig gevarieerd. Naast een gebraden schnitzel, gebakken aardappelen, pizza en koekjes, eten wij ook vers fruit, salades en gekookte groenten. Deze variatie houdt ons gezond en vermindert de kans op negatieve effecten door het consumeren van acrylamide. Maar in een ongezond dieet rijk aan gefrituurde snacks en gebakken eten kan het deze stof kankerverwekkend zijn. Kijken we nu naar het dieet van de gemiddelde hond, dan begrijp je vast waarom we ons zorgen moeten maken. Het gebrek aan variatie tussen gebakken en vers eten kan hier een probleem vormen. Iedere maaltijd bestaand uit enkel hondenbrokken is rijk aan acrylamide en ontbreekt variatie met verse ingrediënten. Het is een oude mythe, dat verse voeding en hondenbrokken niet gecombineerd kunnen worden. Zelf gebruik ik een combinatie van hoogwaardige brokken en vlees trainers om mijn honden te trainen, terwijl ze in de avond een bak vers vlees eten. Ze hebben nooit last van hun maag en hun ontlasting is normaal. Ik raad dan ook aan een aanzienlijk deel van de dagelijkse hondenbrokken te vervangen met gebalanceerde vlees voeding (KVV). Voer je een pup? Kies dan voor een KVV variant met meerdere diersoorten, specifiek ontworpen voor jonge honden. Voer je een volwassen hond? Dan kun je kiezen om enkelvoudige diersoorten apart te voeren. Zo houd je het eten voor je hond gevarieerd! Houd er rekening mee, dat brokken op basis van gewicht dubbel zoveel calorieën bevatten als KVV. Verwijder je de helft van de brokken van je hond? Voeg dan het dubbele van dat verwijderde gewicht aan KVV toe aan de bak. Rekenvoorbeeld: Voer je normaliter 200 gram brokken en wil je 50% vervangen met verse vleesvoeding? Voer dan in de toekomst 100 gram brokken en 200 gram KVV. Houd er rekening mee dat wildvlees weinig vet bevat en daarmee weinig calorieen heeft. Lam en geit zijn erg vetrijke diersoorten die veel calorieen bevatten. Varieer je tussen deze diersoorten, dan kun je het bovengenoemde voorbeeld aanhouden. Voer je enkel wildvlees, dan kun je meer vlees nodig hebben dan genoemd. Het omgekeerde geldt wanneer je voornamelijk vette vleessoorten kiest. Je kunt veilig brokken met gebalanceerde versvoeding combineren Variatie in de voerbak Natuurlijk wil niet iedereen deels KVV aan zijn hond voeren. Dan is er nog een andere manier, om de voerbak gevarieerd te houden en gezonder te maken! Mits 80% van de energiebehoefte bestaat uit een gebalanceerde voeding, zoals hondenbrokken of KVV, kan de voerbak van je hond aangevuld worden met andere verse producten. Ook hier geldt dat brokken dubbel zo veel energie bevatten als vlees. Volg deze rekensom: voer je 100 gram brokken? Vervang dan maximaal 20 gram brokken met 40 gram vlees. Ik raad aan voornamelijk gebruik te maken van dierlijke producten bij het aanvullen van de voerbak. Kies bijvoorbeeld voor een variatie aan rauwe ongekruide vleessoorten uit de supermarkt, eieren, of bevroren visjes zoals sprotjes, spiering of haring (deze zijn vaak te vinden in dierenwinkels die KVV verkopen). Wil je af en toe wat groente toevoegen, dan voegt dat weinig calorieën toe. Gekookte of gestoomde broccoli, courgette of paksoi zijn een goede keuze, omdat ze weinig zetmeel bevatten. Je kunt deze toevoegen zonder brokken te verwijderen. Zelf zou ik dit niet te vaak doen, honden zijn immers vleeseters en hondenbrokken bevatten veel plantenmateriaal. Let op: Voer nooit botten die met hitte zijn behandeld. Een kippenvleugel mag op geen enkele wijze worden verwarmd voor deze aan je hond wordt gevoerd. Blijft er eten van je eigen bord over, voer het dan niet aan je hond! Kies eens uit bevroren visjes zoals sprotjes Veel voerplezier Probeer je deze tips uit, dan horen we graag wat je hond ervan vindt. We zien graag een foto of video van de voerbak tegemoet via e-mail of social media! Heb je rekenhulp nodig, laat hieronder dan een reactie achter. We helpen je graag berekenen hoeveel vlees of KVV je aan de brokken van je hond kunt toevoegen.
Eerste hulp bij: Parasieten

Eerste hulp bij: Parasieten

29-04-2021
Teek in het gras Thuis, tijdens een wandeling of op vakantie, een ongeluk zit in een klein hoekje. Denk hierbij aan een zonnesteek, tekenbeet of vergiftiging. In deze EHBO serie proberen we meer te vertellen over de achtergrond en pluizen we uit wat de beste (spoed)behandeling is die je zelf kan uitvoeren in deze gevallen. In deze blog gaan we dieper in op een aantal parasieten in zowel binnen- als buitenland. Weet jij al hoe je jouw viervoeter het beste kan beschermen tegen deze kriebelbeestjes? Achtergrondinformatie Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar bij mij begint het al te kriebelen als ik er alleen al aan denk. Het is weer mooier weer en ze duiken weer overal op: teken! Dat zijn waarschijnlijk de bekendste parasieten bij de hond. Maar wist je dat er nog veel meer soorten parasieten zijn? Luizen, mijten, vlooien en wormen vallen ook allemaal onder de parasieten. In principe is een parasiet niets anders dan een ander ‘beestje’ dat meelift op of in jouw dier en zich volslurpt met voedingsstoffen zonder dat jouw dier daar ook maar enig van voordeel aan heeft. Binnen de parasitologie is er een onderscheid tussen de verschillende parasieten, namelijk endo- en ectoparasieten. De naam zegt het eigenlijk al, de endoparasieten zitten in het lichaam (wormen) en de ectoparasieten zitten op het lichaam (teken, mijten). Endoparasieten De belangrijkste endoparasieten bij de hond zijn wormen. Er zijn 3 grote groepen wormen die voorkomen bij onze honden: spoelwormen, haakwormen en lintwormen. Infecties met haakwormen komen in Nederland niet vaak meer voor, infecties met lintwormen (bijvoorbeeld Dipylidium caninum) en spoelwormen (bijvoorbeeld Toxocara canis) komen nog wel regelmatig voor. Hoe je hond aan wormen komt? Simpel! Wormen leggen eitjes met daarin een larve, die vervolgens met de ontlasting worden uitgescheiden. Die eitjes worden vervolgens weer opgenomen door andere honden. Deze honden kunnen, als ze genoeg eitjes opnemen, ook een wormeninfectie krijgen. De eitjes komen in de dunne darm terecht, waar de larven uit het eitje kruipen. Eenmaal uit het eitje kunnen ze in de dunne darm blijven, maar ze kunnen zich ook verplaatsen naar verschillende andere organen zoals de lever of longen. Je kunt je voorstellen dat dit veel schade geeft aan de organen waar de larven doorheen kruipen! Het opruimen van hondenpoep helpt om de infectiedruk van wormeneitjes in de omgeving te verlagen Preventie Wormeneitjes kun je niet zien met het blote oog, maar ze komen wel voor in de omgeving en kunnen daar ook lang overleven. De meeste wormeitjes en larven zijn niet gevoelig voor de anti-parasitaire middelen die er op de markt zijn, maar de volwassen wormen wel! Het opruimen van hondenpoep is dus niet alleen goed om de straten schoon te houden, maar ook om de infectiedruk van wormeneitjes in de omgeving te verlagen. Hoe minder eitjes in de omgeving, hoe minder snel je hond ze kan opnemen. (Not so) fun fact Wist je dat een volwassen Toxocara canis vrouwtje wel 200.000 eieren op een dag kan leggen? En dat jij zelf ook besmet kan raken met de wormeitjes van Toxocara canis en Dipylidium caninum? Ectoparasieten Oftewel: Kriebelbeestjes! Luizen, vlooien, mijten en teken vallen allemaal onder de ectoparasieten. De meeste mensen weten wel dat teken ziektes met zich mee kunnen dragen, zoals de ziekte van Lyme. Maar ook vlooien kunnen ziektes met zich meedragen, zij zijn bijvoorbeeld de tussengastheer voor de lintworm Dipylidium caninum. Luizen Een luizeninfectie bij hond of kat noemen we veterinair ook wel pediculosis. Luizen kunnen zowel bijtend als bloedzuigend zijn. De bloedzuigende luizen kunnen er zelfs voor zorgen dat de hond anemie krijgt (bloedarmoede). Luizeninfecties komen steeds minder voor, maar vaak zien we een hoop jeuk bij deze dieren. Je hoeft overigens niet bang te zijn dat je zelf luizen krijgt wanneer je hond luizen heeft, mensenluizen en hondenluizen zijn verschillend en kunnen niet overgedragen worden, ze zijn heel gastheerspecifiek! illustratie van een vlo Vlooien Pulicosis, oftewel een vlooieninfectie, zien we in tegenstelling tot de pediculosis wél vaak. Ook de vlooieninfectie gaat gepaard met jeuk, dat zich kan uiten op allerlei verschillende manieren. Het grootste probleem bij een vlooieninfectie is dat niet alleen de hond, maar ook alle andere huisdieren én de omgeving betrokken kunnen zijn bij de cyclus van de vlo. Het is daarom heel belangrijk om de behandeling van vlooien goed en groots aan te pakken. Niet alleen omdat je viervoeter er last van heeft, maar ook jij als eigenaar kan last krijgen van de vlooien van je huisdier. Mijten Bij honden komen zowel kort- als langpotige mijten voor, die scabies of ‘schurft’ veroorzaken. De mijten leven op of in de huid, buiten de gastheer kunnen mijten slecht overleven. Enkele bijzondere soorten zoals Demodex of Cheyletiella kunnen ook in de haarfollikels of vacht overleven. Vooral de kortpotige soorten kunnen ook overlopen van de hond naar de mens. De mijten zijn wel gastheerspecifiek en kunnen zich niet vermeerderen op de mens, maar ze kunnen wel vervelende huidreacties veroorzaken doordat ze gangen graven in de opperhuid.   Teek bij het oog van een hond Teken Tekenbeten geven over het algemeen geen grote lichamelijk problemen, maar meestal slechts een lokale ontsteking. Ze kunnen wel andere parasieten, bacteriën en virussen meebrengen waar dieren en mensen wél ziek van kunnen worden. Soms is de teek in zijn geheel nog aanwezig, in andere gevallen is het lijfje van de teek al weg maar zit een van de pootjes nog wel in de huid. De jeuk en overige symptomen van een tekenbeet zijn variabel. Preventie Wat kun je preventief doen tegen endo- en ectoparasieten? Vooral de preventie van endoparasieten doen we als hondeneigenaren samen. Door de ontlasting van je hond op te ruimen gaat de infectiedruk, oftewel de hoeveelheid eitjes in de omgeving, flink naar beneden en nemen de honden dus automatisch minder eitjes op. Voor zowel endo- als ectoparasieten geldt: Gebruik volgens een regelmatig schema een middel om de endo- en ectoparasieten te doden of af te weren. Er zijn ontzettend veel verschillende middelen op de markt, maar niet ieder middel is geschikt voor iedere parasiet én iedere hond. Zeker in het buitenland kun je andere parasieten en ziekten tegenkomen dan in Nederland. Mocht je twijfelen wat de beste methode is om endo- en ectoparasieten buiten de deur te houden, overleg dan met je eigen dierenarts.        
Nieuws: Limited edition Themabox – Voorjaars Editie

Nieuws: Limited edition Themabox – Voorjaars Editie

09-04-2021
Al lijkt het er de laatste week niet op, het is al een tijdje voorjaar in Nederland dus hebben wij van de gelegenheid gebruik gemaakt om een nieuwe box te introduceren, namelijk onze éérste Thema Box in een reeks nieuwe boxen. En zo creatief als wij zijn, bedachten we de voorjaarsbox. Een (h)eerlijke box vol natuurlijke snacks en twee leuke thema items. Deze box is daardoor voor elke hond een echt cadeautje. Maar Bellobox zou Bellobox niet zijn als wij niet net wat verder zouden gaan, daarom is het mogelijk om de voorjaarsbox extra uit te breiden met een doorbijtersupdate. De doorbijtersupdate voegt nog meer heerlijke kauwnacks toe aan de toch al rijk gevulde box waardoor deze ook leuk is voor de fanatieke kauwers. Deze box is er in gelimiteerde opgave en is vanaf nu te koop voor € 29,99 en met 10 euro extra is de box uit te breiden met onze extra kauwsnacks. Mocht je komend jaar de gehele collectie aan themaboxen willen ontvangen? Kijk dan eens naar het abonnement waarbij wij voor €99,- (€129,- met doorbijtersupdate) ook de zomerbox, de najaarsbox en de feestdagen box zullen opsturen. Waarbij de najaarsbox voor dierendag in huis zal zijn! Bekijk de voorjaarsbox Bekijk hieronder het filmpje van Leoni waarin zij de voorjaarsbox aan jullie voorstelt. 
Eerste hulp bij: Maagtorsie

Eerste hulp bij: Maagtorsie

25-03-2021
Thuis, tijdens een wandeling of op vakantie, een ongeluk zit in een klein hoekje. Denk hierbij aan een zonnesteek, wonden of vergiftiging. In deze EHBO serie proberen we meer te vertellen over de achtergrond en pluizen we uit wat de beste (spoed)behandeling is die je zelf kan uitvoeren in deze gevallen. In deze blog gaan we dieper in op een maagtorsie, ook wel bekend als een maagdraaiing. Je hoopt natuurlijk dat het jouw trouwe viervoeter nooit overkomt, maar wat is een maagtorsie nou precies? Anatomie De maagtorsie is ook wel bekend als maagdraaiing, maagkanteling of nachtmerrie van iedere hondeneigenaar, maar de correcte veterinaire term is maagdilatatie-volvulus (MDV). Dit betekent dat de maag is uitgezet (dilatatie) en om zijn as gedraaid (volvulus). De maagtorsie zien we het meeste bij wat oudere, grote honden met een diepe borstkas zoals een Dobermann of een Duitse dog. Achtergrondinformatie Bij een maagtorsie draait de maag om zijn as, waardoor zowel de ingang vanuit de slokdarm als de uitgang naar de twaalfvingerige darm (het duodenum) van de maag worden afgesloten. Door de afsluiting kan lucht en voer niet meer uit de maag ontsnappen en zet de maag in korte tijd sterk uit. De draaiing van de maag zorgt er voor dat ook de bloedvaten van en naar de maag worden afgesloten en ook de milt, die vast zit aan de maag, mee draait. Doordat de bloedvaten van en naar de maag worden afgesloten ontstaan er ook problemen met de bloedsomloop en de bloeddruk. Het uitzetten van de maag zorgt ook voor meer druk op het middenrif (diafragma) waardoor de ademhaling belemmerd kan worden, maar er ook nog meer druk op de bloedvaten komt. Deze twee factoren, het afknellen van de bloedvaten en het belemmeren van de ademhaling zorgt voor zuurstoftekort in de vitale organen en kan er voor zorgen dat de hond in shock raakt.  Figuur 1 Bron: dierenziekenhuizen.nl Symptomen De symptomen van een maagtorsie zijn kenmerkend en het is belangrijk om ze goed in het achterhoofd te houden. Vaak zien we als eerste een onrustige hond, ze zijn rusteloos en willen niet rustig liggen, daarnaast kwijlen ze vaak veel. De hond heeft vaak ook een opgezette buik, vaak is de zwelling het beste zichtbaar links net achter de ribboog. Een van de belangrijkste symptomen is het ‘loos braken’, daarmee bedoelen we dat de hond probeert over te geven maar er geen braaksel uit komt. Door de opgezette maag wordt de braakprikkel in de hersenen extra opgewekt, maar door het afsluiten van de slokdarm kan de maaginhoud er niet uit. Wanneer de situatie te laat wordt opgemerkt kan de hond in shock raken. De hond wordt in dat geval snel slomer en krijgt in korte tijd bleke slijmvliezen in de bek en de ogen. Het hart gaat sneller kloppen (tachycardie) maar de pols van de hond is vaak zwak. Dit ontstaat doordat de bloedvaten (gedeeltelijk) worden afgesloten. Het hart probeert door een hogere hartslag veel bloed rond te pompen, maar dit bloed bereikt niet meer de bloedvaten waaraan we de pols opnemen. De lichaamstemperatuur van de hond kan ook snel dalen wanneer deze in shock raakt, waardoor ze koude extremiteiten (oren en poten) krijgen. Oorzaak? Het is niet bekend waardoor een maagtorsie precies ontstaat. We zien het vaker bij grote hondenrassen, maar ook niet ieder groot ras is even gevoelig. Zelfs bij gevoelige rassen is er verschil tussen individuen. Er lijkt ook een genetische component te zijn, wanneer een van de ouders van de hond een maagtorsie gehad heeft is de kans groter dan de nakomelingen ook ooit een maagtorsie krijgen. Er zijn wel een aantal factoren die het risico op een maagtorsie verhogen, zoals veel beweging direct na het eten. Maar wist je dat ook veel beweging direct voor het eten een verhoogd risico geeft? Het is beter om de hond even te laten rusten na een intensieve wandeling of training voordat je hem een grote maaltijd geeft. Sowieso is het voeren van een grote maaltijd een van de risicofactoren voor het ontstaan van een maagtorsie en is het beter grote rassen in minimaal 2 porties per dag te voeren. Vaak krijgen we de vraag of een voerverandering de oorzaak kan zijn van een maagtorsie. Er is onderzocht of een voerverandering een maagtorsie kan opwekken bij grote rassen, maar tenzij de hond door de verandering veel meer gaat schrokken of gaat eten zijn er geen aanwijzingen dat een goed uitgevoerde voerovergang de oorzaak is van een maagtorsie.   Behandeling Denk je dat je hond een maagtorsie heeft of zie je enkele symptomen maar twijfel je of het echt om een maagtorsie gaat? Neem dan direct contact op met je dierenarts! Een maagtorsie is levensbedreigend en dus altijd een spoedgeval. De behandeling van een maagtorsie bestaat uit twee delen: Natuurlijk moet de maag terug op zijn oorspronkelijke plaats, maar als de hond in shock is moeten we er eerst voor zorgen dat we de shock en bijbehorende symptomen behandelen zodat de vitale functies stabiel zijn. Dit doen we door het geven van een infuus (om de bloeddruk te verhogen), extra zuurstof (zuurstoftekort geeft ernstige schade aan vitale organen) en medicatie zoals pijnstillers. Ook proberen we voor de operatie de druk van de maag af te halen, als de maag nog niet ver gedraaid is kunnen we via een slang in de slokdarm het gas in de maag af laten stromen. Is de maag wel al te ver gedraaid dan kunnen we gas laten ontsnappen via een naald in de buikwand. Beide methoden zorgen er voor dat de druk op de maag en daarmee ook de andere organen verminderd wordt. Het tweede deel van de behandeling is de operatie, tijdens de operatie draaien we de maag terug naar de juiste positie en wordt eventueel afgestorven weefsel verwijderd. Daarvoor kijken we naar de staat van de maagwand en de milt, als deze niet meer goed doorbloed zijn verwijderen we een deel van de maagwand en/of de milt. Om een nieuwe maagtorsie te voorkomen wordt de maag vastgezet aan de rechter buikwand, dat heet een gastropexie. Zonder een gastropexie is de kans groot dat de hond opnieuw een maagtorsie krijgt (ongeveer 80%) omdat het ligament dat de maag normaal gesproken op zijn plek moet houden is uitgerekt. Met een gastropexie is het risico op herhaling minder dan 10%.   Prognose De prognose is natuurlijk altijd een spannende: hoe groot is de kans dat je hond er weer helemaal bovenop komt? Op dit moment is de kans op overleven bij adequaat ingrijpen geschat op 70-90%. Hoe sneller er wordt ingegrepen, hoe beter dit is voor de prognose. Er is dan minder schade aan vitale organen, maagwand en milt, de kans op sterfte neemt toe als we de behandeling langer dan 6 uur na de draaiing starten. Bij opname wordt vaak ook het lactaatgehalte in het bloed gecheckt, hoge lactaatwaarden (>6) zijn ook van negatieve invloed op de prognose. Spoedgeval, en nu? Ik kan dit niet vaak genoeg zeggen en ik denk dat (bijna) iedere dierenarts het met me eens is: liever een keer te veel gebeld dan net die ene keer te weinig. Het beste wat je voor je hond kan doen is direct contact opnemen met de dierenarts als je denkt dat je hond een maagtorsie heeft. Hoe sneller de start van de behandeling, hoe beter de prognose. Door het voeren van meerdere porties per dag, in een voerbak die niet te hoog staat en niet kort voor of na het eten zorg je er in ieder geval voor dat er een aantal risicofactoren voor het ontstaan van een maagtorsie zijn uitgesloten. Bij grote hondenrassen kan je ook een preventieve gastropexie laten uitvoeren (bijvoorbeeld gecombineerd met sterilisatie) om de kans op een maagtorsie te verkleinen.
Nieuws: Hypo-allergene doorbijtersbox

Nieuws: Hypo-allergene doorbijtersbox

25-02-2021
Februari is de maand van het gebit. Daar doen wij natuurlijk graag aan mee! Met de introductie van onze nieuwe hypo-allergene doorbijtersbox kunnen wij nu nog meer honden voorzien van gezonde kauwsnacks waarmee de tanden op heerlijke en natuurlijke wijze worden gepoetst. Eind vorig jaar introduceerden wij al twee formaten van de doorbijtersbox, boordevol natuurlijke kauwsnacks om je honden uren te vermaken en hun tanden schoon te houden. Een doos vol kophuid en andere stukken taai vlees, waar zelfs de echte doorbijters lang zoet mee zijn. Maar niet iedereen kon hier gebruik van maken. Veel kauwsnacks zijn gemaakt van rundvlees, een van de twee meestvoorkomende allergenen voor honden. Deze vind je ook terug in onze standaard doorbijtersboxen. We ontvingen echter steeds vaker de vraag naar een doorbijtersbox geschikt voor honden met een intolerantie voor rund en kip. Kip gebruiken we in een dergelijke box niet, omdat er van kip geen harde en taaie snacks worden gemaakt, maar het scala aan kauwsnacks gemaakt van rund is erg breed. Het was dan ook zeker even flink puzzelen om voldoende variatie te vinden zonder rund te gebruiken. Maar we kunnen met trots zeggen dat het ons is gelukt! Ons assortiment bevatte al vier boxen geschikt voor honden met een specifieke intolerantie: een kip box een rund box een vis box een hypoallergene box zonder kip, rund en varken Echter zijn deze boxen gevuld met een variatie aan structuren en formaten snacks zonder dat de focus op langdurig kauwplezier ligt. Het werd dus hoog tijd om een nieuwe doorbijtersbox te ontwerpen.   We introduceren daarom deze week de hypo-allergene doorbijtersbox. Een box boordevol kauwsnacks van onder andere hert, kameel en konijn, waar de gevoelige hond uren van kan genieten. We kozen diersoorten waar de gemiddelde hond niet vaak aan is blootgesteld, waardoor in veel gevallen een intolerantie voor de eiwitten van deze vleessoort niet is ontwikkeld.   Daarnaast vind je in deze boxen zoals altijd ook geen gluten, granen en varkensvlees en zijn alle snacks 100% natuurlijk.
Eerste hulp bij: Intoxicaties

Eerste hulp bij: Intoxicaties

25-02-2021
Thuis, tijdens een wandeling of op vakantie, een ongeluk zit in een klein hoekje. Denk hierbij aan een zonnesteek, wonden of vergiftiging (intoxicatie). In deze EHBO serie proberen we meer te vertellen over de achtergrond en pluizen we uit wat de beste (spoed)behandeling is die je zelf kan uitvoeren in deze gevallen. In deze blog gaan we dieper in op intoxicaties, dat varieert van chocolade tot paracetamol. Je hoopt natuurlijk dat het jouw trouwe viervoeter nooit overkomt, maar wat is de beste manier om EHBO te verlenen als je hond iets giftigs heeft opgegeten? Achtergrondinformatie ‘Dosis sola facit venenum’ schreef Paracelsus, een van de grondleggers van de toxicologie, in de 16e eeuw, ‘alleen de hoeveelheid maakt het vergif’. Veel stoffen zijn in kleine hoeveelheden niet (direct) schadelijk voor het lichaam, maar wanneer de hoeveelheid groter wordt neemt de kans op een schadelijk effect toe. In de veterinaire toxicologie geldt het ezelsbruggetje ADME: Absorptie Distributie Metabolisme Excretie   Binnen absorptie, of opname, maken we onderscheid tussen een aantal routes waarmee je hond in contact komt met schadelijke stoffen: oraal (via de bek), inhalatie (via de ademhaling) of dermaal (via de huid). Stoffen die via de bek zijn opgenomen komen eerst in de maag en de darmen terecht waar ze (deels) kunnen worden opgenomen door het lichaam. Distributie is de manier waarop het stofje vervolgens door het lichaam opgenomen wordt en waar het blijft. Sommige stoffen blijven door hun stofeigenschappen hangen in het bloed, terwijl andere stoffen eerder in het vet gaan zitten. Omdat iedere stof andere (verdelings)eigenschappen heeft is het voor de behandeling belangrijk om te weten welke stof je hond heeft opgenomen. Het metabolisme (omzetting) vindt voornamelijk plaats in de lever. De lever kan stoffen door middel van een omzettingsproces zowel activeren als de-activeren. Dat betekent dat sommige stoffen na het passeren van de lever minder of niet meer giftig zijn. Het omgekeerde kan ook voorkomen, dat ze juist pas giftig zijn op het moment dat ze de lever gepasseerd zijn. Het uitscheiden van de (giftige) stoffen is de laatst stap, dit noemen we excretie. Dat gaat meestal via de nieren of via de galblaas (en ontlasting). Wanneer je hond een giftige stof heeft opgenomen, zal de dierenarts proberen een van deze processen te beïnvloeden en de toestand van je hond te stabiliseren. Hoe makkelijk het is om een van deze processen te beïnvloeden hangt af van de stof die je hond heeft opgenomen.   Giftige stoffen Veel stoffen die voor mensen niet eetbaar zijn, zijn dat voor onze trouwe viervoeters ook niet. Antivries, ratten- of muizengif, dat is allemaal niet bedoeld om op te eten. Toch zien we regelmatig dat honden het toch opeten (vaak op een onbewaakt ogenblik!), omdat er wel een lekker smaakje aan zit. Maar ook producten die wij als mens wel kunnen eten (en vaak nog lekker vinden ook ☺) zijn voor onze honden helemaal niet zo goed. Denk bijvoorbeeld aan chocolade, rauwe aardappelen, druiven (of rozijnen), xylitol (in kauwgom), uien, zout en knoflook. Niet al deze producten zijn in dezelfde mate slecht voor onze honden zoals ook Paracelsus al zei, neem bijvoorbeeld knoflook. Honden moeten hier veel van eten voor je subtiele verschijnselen gaat zien, het kan dus lang duren voor je hier iets van merkt. De tegenhanger van knoflook is chocolade, hiervan kan een klein beetje al heftige gevolgen hebben. Dat chocolade niet goed is voor je viervoeter weten veel hondeneigenaren wel, maar hoe zit dat precies met druiven, xylitol of uien?   Druiven Van chocolade weten we dat de stof theobromine zorgt voor ziekteverschijnselen. Honden kunnen deze stof, in tegenstelling tot mensen, niet zo snel afbreken. Bij druiven (en rozijnen) is niet bekend welke stof nou precies zorgt voor de ziekteverschijnselen. Druiven zijn niet alleen giftig voor honden, maar kunnen ook bij katten en fretten voor problemen zorgen. Doordat nog grotendeels onbekend is met welke stof we te maken hebben, is ook het werkingsmechanisme niet helemaal duidelijk. Bij honden die zijn overleden aan druivenvergiftiging zien we de meeste schade aan de nieren, maar ook aan de lever en de lymfeknopen. Om het nog moeilijker te maken lijken druiven niet bij alle honden in dezelfde mate voor problemen te zorgen. Daarom is het raadzaam om ongeacht de hoeveelheid die je hond heeft opgenomen, meteen aan de bel te trekken bij de dierenarts. Druiven worden maar langzaam opgenomen in het maagdarmkanaal en het heeft dus ook zeker zin om de absorptie te beperken door de hond bijvoorbeeld te laten braken. Wanneer een hond (veel) druiven heeft opgenomen gaan ze in veel gevallen vanzelf al braken, mocht dit niet het geval zijn kan de dierenarts je hond een middel geven om het braken op te wekken. Doordat de druiven dan uit het maagdarmkanaal weg zijn, kan de toxische stof ook minder worden opgenomen en dus minder schade veroorzaken. Als de druiven al langer geleden zijn opgenomen en zich al in de darm bevinden dan kan het raadzaam zijn om actieve kool te geven om de opname in het maagdarmkanaal te beperken. Mocht je hond al symptomen hebben dan zal de dierenarts waarschijnlijk een infuus aanleggen om de doorbloeding van de nieren op peil te houden om de schade zo veel mogelijk te beperken.   Xylitol In kauwgom, maar ook in verschillende ‘light’ producten, mondwater, smint en tandpasta vinden we xylitol. In plaats van suiker (glucose) bevatten de ‘light’ producten xylitol als natuurlijke zoetstof. Honden nemen xylitol erg snel op in de bloedsomloop en omdat het lijkt op glucose denkt het lichaam dat er ineens heel veel glucose in het bloed zit. Wanneer het lichaam te lang te veel glucose in de bloedbaan heeft kan dat schadelijk zijn. Als natuurlijke reactie op dit overschot aan ‘glucose’ in het bloed gaat de alvleesklier veel insuline afgeven. Iedere cel in het lichaam heeft een soort ‘uitkijkpost’ voor insuline en zodra ze insuline opmerken in de bloedbaan gaan ze actief glucose opnemen uit de bloedsomloop. De symptomen van xylitolintoxicatie (oa braken, slapheid) ontstaan niet doordat er te veel ‘glucose’ in de bloedsomloop zit, maar juist omdat door de hoge concentratie insuline er te veel glucose te snel wordt weggehaald uit het bloed. Doordat honden xylitol heel snel kunnen opnemen heeft de absorptie beperken maar korte tijd effect, als stelregel houden we aan dat braken niet meer effectief is wanneer de xylitol langer dan 30 minuten geleden is opgenomen. Als de opname langer dan 30 minuten geleden is en de hond vertoont al symptomen van xylitolintoxicatie wordt meestal overgegaan op een gedoseerde toediening van glucose om de bloedsuikerspiegel op peil te houden onder regelmatige monitoring. Het aanbieden van kleine hoeveelheden glucose zorgt er dan voor dat de vitale organen wel kunnen blijven functioneren tot de grote hoeveelheid xylitol uit de bloedsomloop verdwenen is.   Uien en knoflook Een van de dingen die we de laatste tijd veel tegenkomen op het alwetende interweb is het gebruik van knoflook (en soms zelfs uien) als ontworming of tegen teken en andere parasieten. Niet geheel zonder gevaar wanneer niet goed wordt uitgelegd hoe, wat en vooral hoeveel. Knoflook en uien behoren allebei tot de genus Allium, waar bijvoorbeeld ook bieslook, prei en sjalotten onder vallen. Deze soorten bevatten bepaalde stoffen die na opname uiteindelijk worden omgezet in sulfoxide en disulfide. Die bewuste namen mag je direct weer vergeten, samengevat noemen we die stoffen oxidanten. In principe zijn de oxidanten in alle vormen van de Allium aanwezig, dus ook in gebakken uitjes of knoflook in poedervorm, alhoewel de knoflook iets minder gevaarlijk is dan de ui. De oxidanten beschadigen de rode bloedcellen, die normaal zuurstof in het bloed vervoeren. Door de afbraak van de rode bloedcellen ontstaat hemolytische anemie, een vorm van bloedarmoede die uiteindelijk kan zorgen voor schade aan vitale organen. Antioxidanten zijn een natuurlijke bescherming tegen de schade, maar bij honden is dit mechanisme niet heel actief. Symptomen van vergiftiging zie je vaak pas naar een paar dagen, wanneer er bloedarmoede ontstaan is door de afbraak van de rode bloedcellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zwakte, minder eetlust, donkere urine, diarree of gele slijmvliezen. Het extra toedienen van antioxidanten via een infuus zal een hond die nog geen symptomen vertoont in ieder geval ondersteunen. In ernstige gevallen kan worden gekozen voor een bloedtransfusie om de verloren rode bloedcellen aan te vullen om zo te zorgen dat de vitale organen toch voldoende zuurstof krijgen.   EHBO Stappenplan Stap 1: Risico-inschatting Wat is nu essentiële informatie die je bij de hand moet hebben voor je dierenarts? Het is belangrijk om in ieder geval altijd het gewicht van je hond (dit hoeft niet tot op de kilo nauwkeurig, maar betreft het een Chihuahua of een Leonberger?), het product, de (geschatte) hoeveelheid van het product en wanneer het is opgegeten te vermelden. Kijk goed naar je hond en geef (eventuele) veranderingen in gedrag of andere symptomen die je ziet zoals bijvoorbeeld overmatig kwijlen of een snelle ademhaling direct door aan de dierenarts. Dit helpt de dierenarts enorm om een goede inschatting te maken van de ernst van de situatie en je hond direct adequaat te kunnen behandelen.   Stap 2: Absorptievermindering Zorgen dat je hond niet meer van de giftige stof kan opnemen is de eerste stap van absorptievermindering. Hoe minder je hond binnen krijgt, hoe minder schade hij uiteindelijk zal oplopen. Bij een giftige stof in de ogen of op de huid kun je zelf direct actie ondernemen door de plek te spoelen met stromend lauwwarm water. Heeft je hond iets opgegeten dan is het vaak lastig om zelf iets aan absorptievermindering te doen. Overleg met je dierenarts of het op dat moment al verstandig is om je hond geactiveerde kool (Norit) te geven. Vroeger werd er nog wel eens geadviseerd om je hond te laten braken door deze zout in te geven, echter is deze methode niet betrouwbaar en kan het zelfs zorgen voor een zout-intoxicatie. Probeer dit dus alsjeblieft niet zelf, de schade van een zout-intoxicatie kan zelfs groter zijn dan van de oorspronkelijke intoxicatie.   Stap 3: Eliminatieversnelling Deze stap zal vaak gebeuren door of in samenspraak met de dierenarts. De giftige stof is al opgenomen, maar hoe krijg je deze zo snel mogelijk het lichaam uit? De eliminatie is niet altijd beïnvloedbaar, maar voor een aantal stoffen is het mogelijk om een antidotum te geven die er voor zorgt dat de stof sneller wordt uitgescheiden of wordt weggevangen.   Stap 4: Symptomatisch handelen Dit is de ondersteuning van de vitale lichaamsfuncties van de patiënt. In deze fase probeer je als eerste om permanente schade aan vitale organen te voorkomen. Dit zal bijna altijd onder continue monitoring zijn.   Of deze stappen altijd in deze volgorde doorlopen worden is afhankelijk van de situatie en de giftige stof die je hond heeft opgenomen. Mocht de gezondheid van de hond dermate gevaar lopen dat er risico is op permanente schade kan ervoor gekozen worden om direct symptomatisch te behandelen en de andere stappen pas later te voltooien of (deels) over te slaan. We behandelen altijd eerst de patiënt, daarna pas de intoxicatie! Wil je weten wat je kan doen voor je viervoeter in geval van nood of ben je benieuwd naar achtergrondinformatie bij verschillende aandoeningen? Blijf dan deze blog volgen! Volgende keer nemen vertellen we meer over EHBO bij een maagtorsie.   Disclaimer:Dit blog is geschreven met de grootst mogelijke zorgvuldigheid op basis van theorie. Iedere situatie is anders en de informatie in dit blog kan en mag nooit een bezoek aan uw dierenarts vervangen. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van beslissingen die u neemt op basis van deze informatie zonder het raadplegen van een dierenarts. 
Eerste hulp bij: Onderkoeling

Eerste hulp bij: Onderkoeling

08-02-2021
Thuis, tijdens een wandeling of op vakantie, een ongeluk zit in een klein hoekje. Denk hierbij aan een zonnesteek, wonden of juist onderkoeling. In deze EHBO serie proberen we meer te vertellen over de achtergrond en pluizen we uit wat de beste (spoed)behandeling is die je zelf kan uitvoeren in deze gevallen. In deze blog gaan we dieper in op onderkoeling en koud weer, wanneer is het te koud voor je hond en wat kun je het beste voor je trouwe viervoeter doen? Achtergrondinformatie De normale lichaamstemperatuur van je hond ligt tussen de 38,0o en 39,0o Celsius. Voor puppy’s mag dit zelfs 39,5 oC zijn. Waar precies, dat verschilt voor iedere hond. Sommige honden zitten standaard, zonder ziek te zijn, rond de 38,0 oC, andere honden zitten altijd rond de 39,0 oC. Als je de normaaltemperatuur van je hond wil weten kun je je hond het beste een aantal dagen achter elkaar temperaturen. Dit kun je gewoon doen met een rectale thermometer die ook geschikt is voor mensen.  Mocht je hond dan een keer ziek zijn en je neemt zijn temperatuur op dan weet je meteen of de temperatuur verhoogd of verlaagd is. Winterse gevaren Iedere hond reageert anders op het koude weer, sommige honden kunnen beter tegen de kou dan andere. Oudere honden en kleinere hondenrassen hebben het vaak sneller koud dan grote hondenrassen. Uiteraard kunnen ook grotere hondenrassen het te koud krijgen en onderkoeld raken. Toch is onderkoeling niet het enige gevaar dat op de loer ligt met deze lage temperaturen, ook de hondenpootjes krijgen het zwaar te verduren. Niet zozeer door de lage temperatuur, maar wel door het strooizout en de sneeuw. Onderkoeling Wanneer is het te koud voor je hond? Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden moeten we goed kijken naar onze hond. Voor kleinere honden kan het al koud zijn wanneer het buiten tussen de 8-10 graden is, terwijl grote honden het nog prima vinden als het buiten 4 graden is. Honden met een dikke vacht of noordelijke hondenrassen zullen het nog wat minder snel koud hebben en kunnen ook prima met temperaturen rond het vriespunt uit de voeten. Risicofactoren voor onderkoeling zijn een korte, dunne vacht of een kale buik. Hierdoor zal de hond namelijk sneller afkoelen dan een hond met een dikke, isolerende ondervacht. Ook leeftijd is een risicofactor, zowel jonge als oudere honden lopen een groter risico op onderkoeling omdat ze hun temperatuur minder goed kunnen reguleren, hetzelfde geldt ook voor (chronisch) zieke honden. Houd er rekening mee dat heftige wind en/of een natte vacht (bijvoorbeeld door gesmolten sneeuw) sneller kunnen leiden tot onderkoeling. Let ook goed op je (jonge) hond als deze wel flink wil rennen en spelen, door de adrenaline voelen ze vaak onderkoeling pas heel laat. De eerste tekenen dat je hond het koud heeft zijn vaak trillen, minder spelen met andere honden en zich een beetje afzonderen. Merk je deze verschijnselen op? Breng je hond dan zo snel mogelijk naar binnen en zorg voor een warm en droog plekje. Heeft je hond ook koude poten en oren, een zwakkere pols en een zwakkere ademhaling, of meet je rectaal een temperatuur lager dan 37,5 oC neem dan zo snel mogelijk contact op met je dierenarts en geef je hond iets te eten (met suiker) en een beetje lauwwarm water. Je kunt onderkoeling voorkomen door je hond goed in de gaten te houden wanneer je buiten bent en in plaats van een lange wandeling, meerdere keren per dag een korte wandeling te maken waarbij jij en je hond stevig doorlopen. Probeer ook ijsklontjes in de vacht en aan de poten van je hond zo snel mogelijk na de wandeling te verwijderen. Pijnlijke pootjes In tegenstelling tot mensen, krijgen honden nauwelijks koude poten van lage temperaturen. Dat komt doordat de aan- en afvoerende bloedvaten in de poot heel dicht langs elkaar lopen. Het bloed dat van de poten naar het hart stroomt wordt dus al opgewarmd door het bloed dat wordt aangevoerd vanaf het hart. Koude poten bij een hond betekenen over het algemeen dus ook een lagere lichaamstemperatuur. Wel krijgen de pootjes veel te verduren en is het belangrijk dat je ze goed verzorgt met deze sneeuwval. De sneeuw vormt al vrij snel ijsklontjes tussen de teentjes en aan de poten en buik, die niet alleen pijnlijk kunnen zijn maar er ook voor kunnen zorgen dat de poten en buik sneller afkoelen. Strooizout is een heel ander probleem voor de hondenpootjes en de hond zelf. Het zout kan de voetzooltjes uitdrogen waardoor er scheurtjes kunnen ontstaan. Zout in een open wondje is natuurlijk extreem pijnlijk, dus je doet er goed aan om na een wandeling de poten van je hond goed af te drogen en met een beetje lauwwarm water af te doen om het strooizout te verwijderen. Daarmee beperk je ook de hoeveelheid zout die je hond van zijn poten kan oplikken. Wanneer je hond namelijk te veel van het strooizout binnenkrijgt kan hij een zoutvergiftiging oplopen. De verschijnselen van een zoutintoxicatie ontstaan vaak pas 48-72 uur na inname van een overmaat zout. Het gevaar zit hem in de verstoring van de vochtbalans van het lichaam. Het zout is dan opgenomen in het bloed vanuit de darmen en trekt vocht aan vanuit de weefsels. De organen kunnen dan minder goed functioneren, terwijl de bloedvaten juist overvuld raken. Die overvulling kan leiden tot vocht achter de longen, terwijl het onttrekken van vocht juist kan leiden tot neurologische verschijnselen zoals rusteloosheid, maar ook sufheid en spiertrekkingen. Meestal gaan honden met een zoutintoxicatie juist veel drinken en veel plassen en krijgen ze een versnelde ademhaling en hartslag. Vanaf ongeveer 3 gram zout per kilogram lichaamsgewicht kun je problemen verwachten, je zult dus sneller problemen zien door opgelikt zout bij kleinere honden dan bij grotere honden.   Pijnlijke pootjes kun je voorkomen door de pootjes van je hond voor de wandeling in te smeren met vaseline (zorg wel dat deze vrij is van toevoegingen!) of in te sprayen met een speciale spray en na de wandeling goed te verzorgen door ze af te spoelen met lauwwarm water en in te smeren met een verzorgende zalf/wax, zoals bijvoorbeeld Vetramil Paw Wax. Om klontjes ijs tussen de teentjes tegen te gaan kun je de lange haren tussen de teentjes wegknippen zodat ze daar niet aan blijven plakken. Heeft je hond wel klontjes tussen de teentjes, probeer ze dan niet los te trekken maar druk ze kapot en pluk de losse sneeuw tussen de teentjes uit.
Eerste hulp bij: Wonden

Eerste hulp bij: Wonden

21-01-2021
Thuis, tijdens een wandeling of op vakantie, een ongeluk zit in een klein hoekje. Denk hierbij aan een zonnesteek, wonden of vergiftiging. In deze EHBO serie proberen we meer te vertellen over de achtergrond en pluizen we uit wat de beste (spoed)behandeling is die je zelf kan uitvoeren in deze gevallen. In deze blog gaan we dieper in op wonden, die zijn er natuurlijk in alle soorten en maten, variërend van een klein sneetje in een voetzooltje tot een grote bloedende wond. Je hoopt natuurlijk dat het jouw trouwe viervoeter nooit overkomt, maar wat is de beste manier om EHBO te verlenen bij (bloedende) wonden? Achtergrondinformatie Laten we beginnen bij het begin: Je hond heeft omgerekend zo’n 7,5% van zijn lichaamsgewicht aan bloed. Rekenvoorbeeld: een hond van 40 kilo heeft ongeveer 3 liter bloed in zijn lichaam. Bloed bevat rode bloedcellen die zorgen voor zuurstoftransport, witte bloedcellen die helpen bij de afweer en bloedplaatjes die helpen bij de bloedstolling. Het bloed wordt via de grote slagaders naar de allerkleinste haarvaatjes en organen getransporteerd en komt uiteindelijk weer terug in de grote holle aders die het bloed weer terugleiden naar het hart en de longen. Per minuut pompt het hart van een hond zo’n 60 tot 120 keer bloed rond om alle organen van zuurstof te voorzien. Spoedgeval, en nu? Bloedende wonden zien er vaak heel heftig uit, ook een klein sneetje in het voetzooltje kan flink bloeden. Toch is het belangrijk om zelf rustig te blijven en niet in paniek te raken. Probeer altijd zo snel mogelijk je eigen óf de dichtstbijzijnde dierenarts te bereiken om te vragen wat je het beste kan doen. Afhankelijk van de plek van de verwonding kan de aanpak verschillen. Denk ook altijd aan je eigen veiligheid bij het benaderen van je hond, door angst en pijn kunnen honden van zich af bijten of krabben en jou daarbij (onbedoeld!) verwonden. Twijfel je of je de hond veilig kan benaderen kun je overwegen om preventief een snuitbandje aan te leggen.Ben je al in bezit van een passende muilkorf dan kun je deze natuurlijk ook gebruiken. Figure 1: EHBO Dierenasiel Nijmegen Een snuitbandje kun je aanleggen met een reep stof, zwachtel, verband, stropdas of hondenriem. Om een snuitbandje aan te leggen plaats je de reep stof over de bovenkant van de neus van de hond en knoop je deze met een enkele knoop onder de bek vast. Zorg dat de band zo strak zit dat de hond zijn bek niet meer kan openen, maar niet zo strak dat de hond moeite krijgt met ademen. Vervolgens trek je de uiteinden van de reep stof om de nek en maak je de uiteinden aan elkaar middels een enkele knoop en een strik. Door de snuitband vast te maken met een strik kun je de snuitband gemakkelijk losmaken mocht de hond gaan braken. Kleine, oppervlakkige snij- en schaafwondjes Kleine oppervlakkige wondjes stoppen meestal uit zichzelf al snel met bloeden, doordat de wondranden vaak dicht bij elkaar liggen hebben de bloedplaatjes veel oppervlak om aan te hechten en stolt het bloed sneller. Scherpe voorwerpen kunnen lelijke snijwonden veroorzaken aan de voetzooltjes van je hond, die over meestal flink bloeden maar ook vaak snel en zonder al te veel moeite te stelpen zijn. Zulke kleine wondjes kun je het beste stelpen met een steriel gaasje of een schone doek. Zit er geen (deel van het) voorwerp meer in de wond en is het bloeden al gestopt, dan kun je het wondje zelf schoonmaken en ontsmetten. Ontsmetten kun je doen met een zout- of Betadine-oplossing. Voor een zoutoplossing gebruik je 1 eetlepel keukenzout op 1 liter gekookt, afgekoeld water. Voor wondjes in de buurt van de ogen of bek kun je het beste alleen een steriel gaasje/schone doek en water gebruiken.   Mocht je een wondje willen afdekken kun je het beste een steriel gaasje gebruiken met een schone zwachtel of een speciale zelfklevende bandage (vetrap). Let op dat je de zwachtel/vetrap niet te strak aantrekt, dit kan de bloedstroom belemmeren! Belangrijk is wel om het wondje daarna te blijven controleren. Loopt je hond kreupel of begint het wondje te ontsteken (dik, warm en/of pus), neem dan contact op met je dierenarts. Je kunt de wondgenezing ondersteunen door kleine wondjes en/of schaafplekjes in te smeren met een honingzalf (bijvoorbeeld Vetramil). Dit is een wondzalf op basis van honing die helpt de huid te verzachten en herstellen. Het is sowieso aan te raden om een tube Vetramil op voorraad te hebben, want het helpt tegen heel veel verschillende huidbeschadigingen J Wanneer je merkt dat er nog een (deel van het) voorwerp in de poot zit kun je dit er zelf uit halen met een schone pincet. Mocht je twijfelen of lukt het niet, neem contact op met je dierenarts en laat het voorwerp dan zitten tot je bij de dierenarts terecht kan. De dierenarts kan het voorwerp verwijderen en de wond reinigen, ontsmetten en eventueel verbinden.   Grote, diepe wonden en heftige bloedingen Grote en/of diepe wonden moeten, in tegenstelling tot de kleine snij- en schaafwondjes, meestal gehecht worden om te zorgen dat de wond goed en netjes geneest. Het hechten van grote wonden zorgt voor een snellere wondgenezing en geeft ook minder kans op infectie van de wond. In principe geldt voor alle wonden: hechten binnen 6 uur, de wondranden groeien dan nog het beste aan elkaar. Wanneer je te maken hebt met een bijtwond dan zien we vaak rafelige wondranden en veel bloedverlies. Het is belangrijk om bijtwonden altijd door een dierenarts te laten nakijken. Bijtwonden kunnen namelijk makkelijk gaan ontsteken door bacteriën uit de bek van de bijtende hond en ook al lijkt het wondje niet groot, bijtwonden zijn vaak dieper dan men zou vermoeden vanaf de buitenkant. Een aantal grote bloedvaten liggen oppervlakkig onder de huid, zoals de halsader (vena jugularis) en de (slag)aders in de poot (bijv. vena saphena). Doordat deze bloedvaten zo oppervlakkig liggen kunnen ze eenvoudig beschadigd raken bij een bijtwond of een aanrijding. Vooral wanneer een grote (slag)ader geraakt wordt kan een hond in korte tijd veel bloed verliezen. Het is in zo’n situatie van groot belang om de bloeding zo snel mogelijk te stelpen. Het stelpen van een bloeding kun je doen op verschillende manieren, afhankelijk van de plek van de wond. Bij bloedingen op het lichaam (borst, hals of kop) kan je met een steriel gaasje of een schone doek rechtstreeks druk uitoefenen op de wond. Heeft je hond een wond aan een poot, dan kan je de bloeding op twee manieren stelpen: rechtstreeks middels een schone doek of via een tourniquet, meestal bij heftig bloedende wonden. De tourniquet brengt als gevaar met zich mee dat deze maar 15 minuten achter elkaar strak aangetrokken mag zijn, omdat anders het weefsel van de poot te lang geen bloed en daarmee ook geen zuurstof krijgt en dus de mogelijkheid bestaat dat het weefsel afsterft. Om een tourniquet goed aan te brengen heb je een lang stuk flexibel materiaal nodig zoals een sjaal, een (honden)riem, zwachtel of een stuk stof en een stokje. Plaats vervolgens het materiaal rond de poot op een paar centimeter afstand van de wond tussen het lichaam en de wond. Leg een knoop in het materiaal, plaats hier het stokje op en leg nogmaals een knoop in het materiaal. Draai nu het stokje rond tot de bloeding (bijna) stopt. Verwacht je dat het langer dan 15 minuten duurt voor hulp is gearriveerd of je bij de dierenarts bent, draai dan iedere 15 minuten het stokje los tot er weer bloed gaat stromen en draai de tourniquet daarna weer vast. Als een hond te veel bloed verliest kan hij in shock raken, omdat er te weinig circulerend bloedvolume is. Het lichaam kan ongeveer 30-40% bloedverlies van het totale bloedvolume compenseren. In het geval van onze hond van 40 kilo met circa 3 liter bloed is dat dus ongeveer 1 liter bloed. Het lichaam compenseert dit bloedverlies door het samentrekken van de bloedvaten (vasoconstrictie), het mobiliseren van extra rode bloedcellen uit de milt (miltcontractie) en activatie van regulerende systemen die meer water resorberen in de nieren. Wanneer het bloedverlies meer dan 40% van het totale bloedvolume is dan krijgen organen niet genoeg bloed en zuurstof meer aangevoerd en kan er permanente schade aan de organen optreden. Een hond in shock is vaak slecht tot niet aanspreekbaar, heeft een hoge hartslag, koude oren en poten en bleke slijmvliezen. Meld dit soort verschijnselen dan ook altijd (telefonisch) aan de dierenarts! Des te sneller een hond met shock behandeld kan worden, des te groter de kans op volledig herstel. Help, mijn hond heeft een wond! Voor kleine wondjes is het handig om een EHBO-kit in huis en/of in de auto te hebben waar de belangrijkste zaken in zitten die je nodig kan hebben voor je hond. Denk hierbij aan gaasjes, water, een pincet en een rolletje verband/vetrap. Het allerbelangrijkste wat je voor je hond kan doen bij een heftige bloeding is zelf rustig blijven, ook al ben je zelf niet helemaal zeker hoe te handelen. Probeer het bloeden zo vlug mogelijk te stelpen met de middelen die je tot je beschikking hebt (een niet zo schone doek is altijd nog beter dan door laten bloeden) en neem intussen contact op met de dierenarts voor verdere informatie. De (spoed)behandeling van wonden kan het beste worden opgevolgd samen met de eigen dierenarts, zij kunnen je meer vertellen over de verdere (na)behandeling die je thuis kan doen zodat je hond er weer snel bovenop is! Wil je weten wat je nog meer kan doen voor je viervoeter in geval van nood of ben je benieuwd naar achtergrondinformatie bij verschillende aandoeningen? Blijf dan deze blog volgen! Volgende keer nemen vertellen we meer over EHBO bij vergiftiging.Disclaimer:Dit blog is geschreven met de grootst mogelijke zorgvuldigheid op basis van theorie. Iedere situatie is anders en de informatie in dit blog kan en mag nooit een bezoek aan uw dierenarts vervangen. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van beslissingen die u neemt op basis van deze informatie zonder het raadplegen van een dierenarts.